Elk jaar, kijken we reikhalzend uit naar de Charlie Brown tv-specials, te beginnen met It’s the Great Pumpkin in oktober en A Charlie Brown Thanksgiving in november. Maar niets kan tippen aan Charles M. Shultz’ eerste Peanuts verfilming, A Charlie Brown Christmas (1965). Hier vindt u enkele van de meest herkenbare vakantiemomenten van de korte film, of het nu gaat om Charlie Browns vakantieproblemen, Sally’s schuldeloos lange kerstlijst of Linus’ onwrikbare kerstgeest.
1. Charlie Brown: Ik denk dat er iets mis is met me, Linus. Kerstmis komt eraan, maar ik ben niet gelukkig. Ik voel me niet zoals ik me zou moeten voelen.
2. Linus Van Pelt: Ik had nooit gedacht dat het zo’n slecht boompje was. Hij is helemaal niet slecht, echt niet. Misschien heeft hij alleen een beetje liefde nodig.
3. Lucy Van Pelt: Ik weet hoe je je voelt over al dat kerstgedoe, depressief worden en zo. Het overkomt mij elk jaar. Ik krijg nooit wat ik echt wil. Ik krijg altijd een hoop stom speelgoed of een fiets of kleren of zoiets.
Charlie Brown: Wat is het dat je wilt? Lucy Van Pelt: Onroerend goed.
4. Charlie Brown: Bedankt voor de kerstkaart, Violet.
Violet: Ik heb je geen kerstkaart gestuurd, Charlie Brown.
Charlie Brown: Ken je sarcasme niet als je het hoort?
5. Lucy Van Pelt: Het is nog te vroeg. Ik eet nooit sneeuwvlokken in december. Ik wacht altijd tot januari.
Linus Van Pelt: Ze zien er zeker rijp uit voor mij.
6. Lucy Van Pelt: Bent u bang voor verantwoordelijkheid? Zo ja, dan heb je hypengyofobie.
Charlie Brown: Ik denk niet dat dat het helemaal is.
Lucy Van Pelt: Hoe zit het met katten? Als je bang bent voor katten, dan heb je ailurophasie.
Charlie Brown: Nou ja, een beetje, maar ik weet het niet zeker.
Lucy Van Pelt: Bent u bang voor trappen? Zo ja, dan heeft u klimafobie. Misschien heeft u thalassofobie. Dat is angst voor de oceaan, of gephyrobia, dat is de angst om bruggen over te steken. Of misschien heb je pantofobie. Denk je dat je pantofobie hebt? Charlie Brown: Wat is pantofobie? Lucy van Pelt: De angst voor alles.
Charlie Brown: THAT’S IT!
7. Sally: Lieve Kerstman, Hoe gaat het met u? Heb je een leuke zomer gehad?
Sally: Hoe gaat het met je vrouw? Ik ben dit jaar extra braaf geweest, dus ik heb een lange lijst met cadeautjes die ik wil.
Charlie Brown: Oh broer.
8. Charlie Brown: Deze kleine groene hier lijkt een thuis nodig te hebben.
Linus Van Pelt: Ik weet het niet, Charlie Brown. Weet je nog wat Lucy zei? Dit lijkt niet in de moderne tijdgeest te passen.
Charlie Brown: Maakt me niet uit. We versieren het en het zal precies goed zijn voor ons toneelstuk. Bovendien denk ik dat het me nodig heeft.
9. Lucy Van Pelt: Hier komt hij! Attentie, iedereen, hier is onze regisseur.
Snoopy: Whoooooooooooooooooooooo.
Charlie Brown: De beste vriend van de mens.
10. Lucy Van Pelt: Vind je me niet mooi, Charlie Brown?
Lucy Van Pelt: Je hebt me niet meteen antwoord gegeven. Je moest er eerst over nadenken, hè? Als je me echt mooi had gevonden, had je het wel meteen gezegd. Ik weet wanneer ik beledigd ben. Ik weet wanneer ik ben beledigd. Charlie Brown: Goeie genade.
11. Charlie Brown: Rats. Niemand heeft me vandaag een kerstkaart gestuurd. Ik wou bijna dat er geen feestdagen waren. Ik weet dat niemand me aardig vindt. Waarom moet er een feestdag zijn om dat te benadrukken?
12. Lucy Van Pelt: Kijk, Charlie, laten we eerlijk zijn. We weten allemaal dat Kerstmis een grote commerciële aangelegenheid is. Het wordt gerund door een groot oosters syndicaat, weet je.
Lucy Van Pelt: Luister, jullie allemaal! Jullie moeten leiding nemen! Jullie moeten discipline hebben! Jullie moeten respect hebben voor jullie regisseur! Lucy Van Pelt: Ik zou je moeten slaan!
14. Verteller: Toen de bende zich rond de boom verzamelde, begonnen ze te zingen. Charlie Brown hoorde ze en kwam teruggerend.
15. Charlie Brown: Is er dan niemand die weet waar Kerstmis om draait?
Linus Van Pelt: Tuurlijk, Charlie Brown, ik kan je wel vertellen waar het met Kerstmis om draait.
Linus Van Pelt: Lichtjes, alstublieft.
Linus Van Pelt: “En er waren in hetzelfde land herders die in het veld verbleven en ’s nachts de wacht hielden over hun kudde. En zie, de engel des Heren kwam over hen, en de heerlijkheid des Heren scheen rondom hen; en zij waren zeer bevreesd. En de engel zeide tot hen: Vrees niet.”
Linus Van Pelt: “Want zie, ik breng u blijde tijding van grote vreugde, die alle mensen ten deel zal vallen. Want u is heden in de stad van David een Heiland geboren, die Christus, de Heer, is. En dit zal voor u een teken zijn: gij zult de baby vinden, gewikkeld in doeken, liggende in een kribbe. En plotseling was er bij de engel een schare van de hemelse schare, die God loofde en zei: ‘Ere zij God in den hoge, en vrede op aarde, welbehagen jegens de mensen.'”
Linus Van Pelt: Dat is waar Kerstmis om draait, Charlie Brown.