Articles

Babylon

Posted on
Leeuw van Babylon, Ishtar-poort (door Jan van der Crabben, CC BY-NC-SA)
Leeuw van Babylon, Ishtar Poort
door Jan van der Crabben (CC BY-NC-SA)

Babylon is de beroemdste stad van het oude Mesopotamië; de ruïnes liggen in het hedendaagse Irak, 94 km ten zuidwesten van Bagdad. De naam zou afkomstig zijn van bav-il of bav-ilim, wat in het Akkadisch “Poort van God” of “Poort van de goden” betekent, en Babylon komt uit het Grieks.

De stad dankt haar roem (en schande) aan veel van de verhalen die in de Bijbel worden verteld en die haar allerminst gunstig gezind zijn. In het elfde hoofdstuk van het boek Genesis komt Babylon voor in het verhaal van de Toren van Babel, waar de Hebreeërs beweren dat de naam aan de stad te danken was aan de verwarring die heerste toen God ervoor zorgde dat de mensen verschillende talen gingen spreken, zodat zij de grote toren die tot aan de hemel zou reiken, niet konden voltooien (Bavel betekent in het Hebreeuws verwarring).

Verwijder reclame

Reclame

Babylon figureert prominent in de bijbelboeken Daniël, Jeremia en Jesaja, en meer in het bijzonder in het Boek Openbaring. Het waren deze bijbelse verwijzingen die de belangstelling voor de Mesopotamische archeologie deden herleven en die de expeditie van de Duitse archeoloog Robert Koldewey op gang brachten, die in 1899 als eerste de ruïnes van Babylon zou opgraven. Afgezien van de slechte reputatie die zij in de Bijbel heeft, stond de stad bekend om haar indrukwekkende muren en gebouwen, en omdat zij een groot intellectueel centrum was en de eerste plaats waar een wetboek werd opgesteld dat voorafging aan de Mozaïsche wet. De beroemde hangende tuinen, bestaande uit terrassen bedekt met flora en bewoond door fauna, die werden bewaterd door machines die door schrijvers uit de oudheid werden genoemd als een van de zeven wereldwonderen.

De oude stad en Hammurabi

Babylon werd gesticht ergens vóór de regering van Sargon van Akkad, ook bekend als Sargon de Grote (2334-2279 v. Chr.). Deze koning beweerde tempels te hebben gebouwd in Babylon; sommige oude bronnen geven aan dat Sargon zelf de stad heeft gesticht. In die tijd was Babylon een kleine stad of misschien was het een grote haven aan de rivier de Eufraat op het punt waar de rivier het dichtst bij de Tigris is. Hoe dan ook, wat het oorspronkelijke doel van de stad ook was, het is verloren gegaan doordat het waterpeil in de regio in de loop der eeuwen is gestegen en de ruïnes van het oude Babylon thans ontoegankelijk zijn. De ruïnes die Koldewey opgroef, en die nog steeds zichtbaar zijn, dateren van duizend jaar na de stichting van de stad.

Verwijder advertentie

Advertentie

Historicus historicus Paul Kriwaczek beweert onder meer dat de stad werd gesticht door de Amorieten na de ineenstorting van de derde dynastie van Ur. Deze informatie, en andere met betrekking tot het Oude Babylon, komt ons ter ore via artefacten die na de Perzische invasie uit de stad zijn meegenomen.

Alle schrijvers uit de oudheid noemen Babylon met respect en fascinatie

De bekende geschiedenis van Babylon begint met de beroemde koning Hammurabi (1792-1750 v. Chr.). Deze mysterieuze Amoritische prins besteeg de troon na de troonsafstand van zijn vader, koning Sin Muballit, en veranderde de stad snel in een van de machtigste en invloedrijkste in Mesopotamië. Hammurabi’s wetboek is welbekend, maar is slechts één voorbeeld van het beleid dat hij invoerde om vrede en welvaart te handhaven; hij verhoogde en verbreedde de stadsmuren, begon met grote openbare werken, waaronder de bouw van tempels en kanalen, en maakte diplomatie tot een integraal onderdeel van het bestuur. Hij was zo succesvol in het beheren van het koninkrijk en de oorlogvoering dat hij in 1755 v. Chr. geheel Mesopotamië onder Babylonisch bestuur had verenigd, dat de grootste stad in de bekende wereld werd.

Verwijder reclame

Reclame

Assyriërs, Chaldeeën en Nebukadnezar II

Na Hammurabi’s dood raakte zijn rijk in een crisis en nam zijn omvang en macht zodanig af dat de Hettieten Babylon in 1595 v. Chr. met gemak plunderden. De Kassieten volgden de Hettieten op en herdoopten de stad tot Kardoeniasj. De betekenis van deze naam is niet duidelijk. Na de Kassieten kwamen de Assyriërs die de regio overheersten en tijdens de regering van koning Sennacherib (regeerde 705-681 v. Chr.) kwam Babylon in opstand. Sennacherib plunderde de stad en verstrooide de ruïnes als les en waarschuwing voor andere gemeenschappen.

Deze daden werden door het volk en het hof niet geaccepteerd en hij werd uiteindelijk door zijn zoons vermoord. Zijn opvolger, Esarhaddon (r.681-669 BCE) herbouwde de stad en herstelde haar in haar oude glorie. Tijdens het bewind van Assurbanipal van Nineve (r. 668-627 v. Chr.) kwam de stad opnieuw in opstand, maar werd belegerd en verslagen door de troepen van de keizer, maar het erfgoed werd niet beschadigd. Assurbanipal dacht dat hij met deze nederlaag de boze geesten had verslagen die de problemen hadden veroorzaakt. Tegen die tijd was de stad al een beroemd cultureel en intellectueel centrum.

Babylon in de tijd van Hammurabi
Babylon in de tijd van Hammurabi
door MapMaster (CC BY-SA)

Na de val van het Assyrische Rijk, een Chaldeeër bekend als Nabopolassar de troon van Babylon bezette en door zorgvuldige allianties het Neo-Babylonische Rijk stichtte. Zijn zoon, Nebukadnezar II (604-561 v. Chr.) hervormde de stad zodanig dat zij 900 hectare land in beslag nam en de bouw van enkele van de mooiste bouwwerken in geheel Mesopotamië aanmoedigde. Met uitzondering van de Bijbel spreken alle schrijvers over Babylon met eerbied en respect. Herodotus schrijft bijvoorbeeld het volgende:

Verwijder Advertentie

Advertentie

De stad staat op een esplanade en vormt een volmaakt vierkant met een lengte van honderdtwintig stadia, zodat de omtrek vierhonderdtachtig stadia is. Ondanks haar omvang is er geen andere stad die haar in schoonheid evenaart. De stad is omgeven door een brede en diepe gracht, die met water gevuld is, en daarachter staat een muur van vijftig el breed en tweehonderd hoog.

Aangenomen wordt dat Herodotus overdreef in zijn metingen van de stad (misschien heeft hij de stad zelf niet eens bezocht), maar uit zijn beschrijvingen spreekt de bewondering die hij deelde met andere schrijvers uit zijn tijd, die de grootsheid van de stad op schrift stelden, vooral van haar grote muren die tot de wereldwonderen behoorden.

Tijdens het bewind van Nebukadnezar II werden de Hangende Tuinen en de Ishtar Poort gebouwd. De meest gedetailleerde beschrijving van de tuinen wordt gegeven door Diodorus Siculus (90-30 v. Chr.) in zijn werk Bibliotheca Historica, boek II.10:

Er waren ook de zogenaamde Hangende Tuinen die niet door Semiramis werden gebouwd maar door een latere Syrische koning die een van zijn concubines een plezier wilde doen. Er wordt gezegd dat de concubine van Perzische afkomst was en de weiden van haar bergen miste; daarom vroeg zij de koning een tuin aan te leggen met het kenmerkende Perzische landschap. Het park was aan elke kant vierhonderd Griekse voet groot en had de vorm van een theater, omdat de ingang van de tuin de vorm had van een terp, en sommige delen van het bouwwerk bovenop andere waren gebouwd. Gelijktijdig met de aanleg van de opgaande terrassen werden galerijen aangelegd, die het gehele gewicht van de tuinbeplanting droegen en die geleidelijk boven elkaar uitstegen; de hoogste galerij, vijftig el hoog, was het hoogste oppervlak van het park, dat zich op dezelfde hoogte bevond als de ommuurde omtrek van de stad.

Daarenboven waren de muren, die zeer kostbaar waren, tweeëntwintig voet breed, terwijl de galerijen daartussen tien voet breed waren. De daken van de galerijen waren bedekt met stenen balken van zestien voet lang en vier voet breed. Het dak boven deze balken had eerst een laag riet, gelegd in grote hoeveelheden asfalt, daarover twee lagen ovengebakken baksteen, gebonden met cement, en als derde laag een bedekking van lood, om te voorkomen dat het vocht van de grond naar beneden zou doordringen.

Over dit bouwwerk was de aarde diep genoeg opgestapeld voor de wortels van de grootste bomen; en de grond, die was geëgaliseerd, was dicht beplant met bomen van allerlei soort, die door hun grote omvang of enige andere charme, de toeschouwers genoegen konden verschaffen. En omdat de galerijen het licht ontvingen, bevatten zij vele koninklijke verblijven van allerlei soort; er was ook een galerij met de openingen die vanaf het hoogste oppervlak leidden en vanaf de machines die dienden om de tuin van water te voorzien; deze brachten water in overvloed uit de rivier omhoog, hoewel niemand het kon zien. Nu was dit park, zoals gezegd, een latere aanleg.

Dit deel van Diodorus’ werk verwijst naar de quasi-mythische koningin Semiramis (een personage dat mogelijk gebaseerd is op de Assyrische koningin Sammu-Ramat die regeerde tussen 811-806 v. Chr.). Wanneer de auteur verwijst naar “een latere Syrische koning”, volgt hij de tendens van Herodotus om Mesopotamië Assyrië te noemen. Sommige recente geleerden beweren dat de Hangende Tuinen nooit in Babylon hebben gelegen, maar in Nineve, en dat zij een creatie waren van Sennacherib. Historicus Christopher Scarre schrijft:

Het paleis van Sennacherib (Nineveh) had alle belangrijke elementen van een grote Assyrische residentie: kolossale standbeelden van wachters, en stenen reliëfs van uitzonderlijk houtsnijwerk (er zijn ongeveer 2000 reliëfs verdeeld over 71 kamers). De tuinen waren ook uitzonderlijk. Recente studies door de Assyriologe Stephanie Dalley suggereren dat dit de plaats was van de Hangende Tuinen, één van de Zeven Wereldwonderen van de Oude Wereld. Latere schrijvers plaatsen de tuinen in Babylon, maar ondanks intensief onderzoek is er geen bewijs voor gevonden. Verslagen over Sennacherib’s trots op de tuinen die hij in Nineve had aangelegd, komen in belangrijke details overeen met die van de Hangende Tuinen (231).

Als de tuinen in Babylonië hadden gelegen, zouden zij een centraal onderdeel van het stedelijk complex zijn geweest. De rivier de Eufraat verdeelde de stad in tweeën, de nieuwe stad en de oude stad met de tempel van Marduk en de grote Ziggurat die in het centrum oprees. De straten en lanen werden verbreed om de jaarlijkse processie van Marduk mogelijk te maken op weg van zijn tempel naar de tempel van het Nieuwjaarsfeest, die zich buiten de Ishtar Poort bevond.

Leeuw van Babylon standbeeld, Babylonië
Leeuw van Babylon standbeeld
door Osama Shukir Muhammed Amin (CC BY-NC-.SA)

De Perzische verovering en de ondergang van Babylon

Het Neo-Babylonische Rijk bleef voortbestaan na de dood van Nebukadnezar II, en Babylon bleef een belangrijke rol spelen in de regio onder Nabonides en zijn opvolger Belsassar (het komt voor in de Bijbel, in het boek Daniël). In 539 v. Chr. viel het rijk in handen van de Perzen onder Cyrus de Grote in de Slag bij Opis.

De muren van Babylon waren onneembaar, en daarom smeedden de Perzen een plan om de loop van de Eufraat te veranderen, zodat deze tot een aanvaardbare hoogte zou zakken. Terwijl de inwoners van de stad werden afgeleid op een van hun grote godsdienstige dagen, doorwaadde het Perzische leger de rivier en marcheerde ongemerkt onder de muren van Babylon door. Er werd gezegd dat de stad zonder slag of stoot werd ingenomen, hoewel uit sommige documenten uit die tijd blijkt dat er reparaties werden uitgevoerd aan de muren en delen van de stad; het is dus mogelijk dat de inname van de stad niet zo gemakkelijk was als de Perzen beweerden.

Tijdens de Perzische periode bloeide Babylon intellectueel op en werd het een artistiek en educatief centrum. Cyrus en zijn opvolgers gaven de stad veel bekendheid en maakten er de administratieve hoofdstad van het rijk van (hoewel Xerxes op een gegeven moment gedwongen was de stad te belegeren na opstanden). Babylonische wiskunde, kosmologie en astronomie stonden in hoog aanzien en men denkt dat Thales van Miletus (bekend als de eerste westerse filosoof) in de stad heeft gestudeerd, en dat Pythagoras zijn beroemde stelling heeft ontwikkeld op basis van een Babylonisch model.

Na tweehonderd jaar Perzische overheersing viel het rijk in 331 v. Chr. in handen van Alexander de Grote; de keizer hechtte ook veel belang aan de stad en beval zijn manschappen de gebouwen en hun inwoners niet te beschadigen. Historicus Stephen Bertman schrijft:

Vóór zijn dood liet Alexander de Ziggurat afbreken, zodat deze in nog grotere luister kon worden herbouwd. Hij heeft de voltooiing van zijn project niet meer mogen meemaken. In de loop van honderden jaren zijn de stenen van de Ziggurat gebruikt om veel bescheidener dromen te vervullen. Alles wat overblijft van de fabel van de Toren van Babel, is de bodem van een vijver.

Na Alexanders dood in Babylon (323 v. Chr.) vochten zijn opvolgers, bekend als de Diadoks, een Grieks woord dat “opvolgers” betekent, om de controle over het rijk, en meer in het bijzonder om de controle over Babylon, zozeer zelfs dat de inwoners in ballingschap gingen om te overleven (volgens sommige oude documenten werden zij “opnieuw gehuisvest”).

Toen de Parthen in 141 v. Chr. over de regio heersten, was Babylon verlaten en in de vergetelheid geraakt. De stad werd geleidelijk een ruïne en ondanks een korte periode van opleving onder de Sassanidische Perzen, benaderde zij nooit haar vroegere grootheid. De Moslims veroverden deze gebieden in 650 n.C. en wat er nog over was van de stad werd met de grond gelijk gemaakt en uiteindelijk bedolven onder zand.

Tijdens de 17e en 18e eeuw begonnen Europeanen dit gebied te verkennen en kwamen met artefacten thuis. Deze spijkerschriftblokken en beelden leidden tot een verhoogde belangstelling voor de regio, en in de 19e eeuw CE trok de belangstelling voor bijbelse archeologie de aandacht van mannen als Robert Koldewey, die de ruïnes ontdekte van de legendarische stad genaamd Poort van de Goden.

Wij danken Fernando Lizárraga voor zijn redactionele hulp bij de voorbereiding van de vertaling van dit artikel voor publicatie.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *