Bacteriële ziekte, een van de vele ziekten die door bacteriën worden veroorzaakt. Tot het midden van de 20e eeuw was bacteriële longontsteking waarschijnlijk de belangrijkste doodsoorzaak bij ouderen. Verbeterde sanitaire voorzieningen, vaccins en antibiotica hebben het sterftecijfer als gevolg van bacteriële infecties doen dalen, hoewel antibioticaresistente stammen bij sommige ziekten een opleving hebben veroorzaakt. In het begin van de 21e eeuw was tuberculose, veroorzaakt door Mycobacterium tuberculosis – waarvan verschillende stammen resistentie hadden ontwikkeld tegen een of meer geneesmiddelen die op grote schaal worden gebruikt om de infectie te behandelen – een van de dodelijkste infectieziekten ter wereld.
Bacteriën veroorzaken ziekte door het afscheiden of uitscheiden van toxinen (zoals bij botulisme), door inwendig toxinen te produceren, die vrijkomen wanneer de bacterie uiteenvalt (zoals bij tyfus), of door gevoeligheid op te wekken voor hun antigene eigenschappen (zoals bij tuberculose). Andere ernstige bacteriële ziekten zijn cholera, difterie, bacteriële meningitis, tetanus, de ziekte van Lyme, gonorroe en syfilis.