In het algemeen – en ik bedoel in het algemeen, want MS houdt zich niet altijd aan de regels – hebben de symptomen en klinische verschijnselen bij MS-ers de neiging aan één kant te liggen. Ik weet niet waarom.
Met reflexen is het net zo – in principe zouden we aan beide kanten min of meer gelijk moeten zijn.
Ze weten dat een positieve Babinski-respons bijvoorbeeld wordt veroorzaakt door een of andere structurele afwijking ergens in het bovenste deel van het ruggenmerg – of in het gebied hersenschors/hersenstam van de hersenen dat dit regelt. Neurosen zien dit bij mensen die een beroerte hebben gehad, of een hersen- of ruggenmergtumor hebben – het kan ook voorkomen wanneer iemand stofwisselingsafwijkingen heeft zoals hypoglykemie. Problemen met de schildklier en hypoxie.
Bij MS gaat het meestal om een laesie/ontsteking/beschadiging ergens in deze gebieden
Het laat in feite zien dat iets de normale reactie van het lichaam op een externe prikkel verstoort en van alle abnormale reacties is de abnormale Babinki-reactie degene die bij de neuroloog de alarmbellen doet rinkelen
Gelijkaardig maar niet zo belangrijk is hyperreflexie – of een neuroloog dat als ‘abnormaal’ bestempelt, hangt af van de mate van de reactie.
De respons moet altijd ‘bruusk’ zijn en een fatsoenlijke neuro weet precies hoeveel normale ‘schop’ hij moet verwachten bij de enkel- en knietikken.
Er is een bereik waar de respons ‘bruusker’ kan zijn maar niet significant – d.w.z. normaal – hij of zij weet wanneer de respons te wijten is aan de persoon die gestrest of angstig is. Hij is hieraan gewend en kan een ‘doelbewuste’ reactie van verre herkennen – als je begrijpt wat ik bedoel.
Als de knie- of enkelreflex afwezig is, is dat abnormaal
Als er ook myoclonus aanwezig is met een zeer snelle respons, is dat veel verontrustender – en duidt het opnieuw op een probleem in het bovenste deel van het ruggenmergkanaal tot aan de hersenen
Dit is hoe ze normaal gesproken hyper- of hyporeflexie indelen
0 = geen respons; altijd abnormaal
1+ = een lichte maar zeker aanwezige respons; kan of niet normaal zijn
2+ = een levendige respons; normaal
3+ = een zeer levendige respons; al dan niet normaal
4+ = een tik wekt een repeterende reflex op (clonus); altijd abnormaal
Denk eraan – dit alles wordt niet alleen bekeken, maar opgeteld bij alle andere abnormale dingen zoals uw andere reflexen, spierspanning, spierkracht etc
Ook is het heel belangrijk om te begrijpen dat dingen niet zo eenvoudig zijn als we denken – bij een neuro-onderzoek zal de neuro allerlei andere dingen voelen/zien/opmerken bij het uitvoeren van deze tests – het is veel gecompliceerder dan we denken!
Bij bepaalde reacties en de bijbehorende verschijnselen kunnen ze zelfs de precieze plaats van het probleem aanwijzen, bijvoorbeeld een laesie op C5 of C6!
Daarom zijn huisartsen alleen de eerste aanknopingspunten – ze hebben een basistraining om een mogelijk abnormale reflexreactie te herkennen – maar ze zijn zelden getraind of ervaren genoeg met de rest!
Niet zeker of dit helpt!
xxxxJen xxx 