Huidig zijn de chemische elementen in het periodiek systeem gerangschikt naar atoomnummer. Uit deze ordening blijkt dat de elementen per kolom vergelijkbare gedragingen en kenmerken vertonen. De 18 kolommen van het periodiek systeem worden groepen of families genoemd, waarbij de eerste familie overeenkomt met de alkalimetalen en de laatste of 18e met de edelgassen; elke familie wordt hoofdzakelijk bepaald door het aantal elektronen – valentie-elektronen – in de laatste schil. De elementen die in de 2 afzonderlijke rijen van de tabel zijn opgenomen en zich onderaan bevinden, behoren tot groep 3. De 7 rijen die het periodiek systeem vormen, zijn de perioden die worden gegeven door de 7 lagen of energieniveaus K, L, M, N, O, P, Q. De periode die een element inneemt, valt samen met zijn laatste elektronische laag. De elementen die zich in dezelfde periode bevinden, hebben verschillende eigenschappen, maar vergelijkbare atoommassa’s. In het periodiek systeem onderscheidt men 4 blokken naargelang van de baan die de buitenste elektronen bezetten; de banen zijn s, p, d en f, die respectievelijk tot 2, 6, 10 en 14 elektronen toelaten. Tot het s-blok behoren de alkalische en aardalkalimetalen; het p-blok wordt gevormd door de groepen van 13 tot 18; de f-groep omvat de families van 3 tot 12 en bevat de overgangsmetalen; het f-blok tenslotte, dat zich onderaan de groepen bevindt, bevat de zeldzame aarden. Het periodiek systeem geeft ons verschillende informatie over elk chemisch element, zoals zijn symbool, atoomstraal (afstand tussen de kern en de buitenste valentielaag), ionisatie-energie (energie om het buitenste elektron van een atoom in gasvormige toestand te scheiden), Elektronische affiniteit (energie die vrijkomt wanneer een atoom in gasvormige toestand een elektron vangt), elektronegativiteit (de mate waarin een atoom elektronen aantrekt wanneer het deel uitmaakt van een chemische binding), atoomnummer (het aantal protonen dat het atoom van het element heeft), atoommassa (de som van de massa’s van alle protonen en neutronen in het atoom, onder andere.