Articles

Chemosh – Encyclopedie van de Bijbel

Posted on

CHEMOSH ke’ mŏsh (כְּמֹ֑ושׁ, LXX Χαμώς, betekenis onzeker; onderwerper?). De naam van de nationale god van Moab, Chemosh, wordt in het OT acht keer genoemd. In Numeri 21:29 worden de Moabieten het volk van Chemosh genoemd (vgl. Jer 48:46). In Rechters 11:24 wordt Chemos echter in verband gebracht met de Ammonieten.

Solomon bouwde een hoge plaats voor Chemosh, zoals hij ook deed voor de goden van verscheidene andere van zijn vrouwen, maar de tekst beschrijft Chemosh als de gruwel van Moab (vgl. 1 Koningen 11:7, 33). Josia vernietigde dit heiligdom ongeveer driehonderd jaar later (2 Koningen 23:13). Jeremia profeteerde dat Chemosh en zijn volgelingen in gevangenschap zouden worden weggevoerd (Jer 48:7), wat schande zou brengen over zijn aanbidders (48:13).

De naam Chemosh komt twaalf keer voor op de Moabieten Steen, waarvan twee keer blijkbaar in een samengestelde vorm. Op deze steen wordt Mesha beschreven als “zoon van Chemosh…”; het laatste deel van de zin is uitgewist, maar kan worden vergeleken met de “Kammusunadbi van Moab” op de Taylor Prism die Sennacherib’s invasie van Pal. in 701 v. Chr. beschrijft.

De andere samenstelling is “Ashtar-Chemosh”, wat suggereert dat Chemosh een astrale god kan zijn geweest, gekoppeld aan de godin Ishtar, die Venus was. Mesha bouwde voor hen een tempel in Qrchh, waarvan de naam onbekend is, maar die waarschijnlijk dicht bij Dibon stond.

Over het karakter van Chemosh is vrijwel niets bekend, maar de inscr. op de Moabitische Steen geeft aan dat hij een woeste oorlogsgod was. Terwijl Israël Moab overheerste, zou Chemosh boos zijn geweest op zijn volk. Na de overwinning werd hij blijkbaar weer heel gelukkig.

Bibliografie J. B. Pritchard, ed. The Ancient Near East, An Anthology of Texts and Pictures (1956); D.W. Thomas, Documents from Old Testament Times, New York (1958); “The Moabite Stone,” 195-199.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *