Articles

David

Posted on

In het Oude Testament was hij koning van Israël.

David was de zoon van Jesse, uit de stam van Juda. Hij was een dappere jongeman die een leeuw, een beer en de Filistijnse reus Goliath doodde (1 Sam. 17). David was uitverkoren en gezalfd om koning van Israël te worden. Net als Saul was hij als volwassene schuldig aan ernstige misdaden; maar in tegenstelling tot Saul was hij in staat echt berouw te voelen en werden zijn zonden daarom vergeven, behalve in het geval van de moord op Uriah (LV 132:39). Zijn leven is verdeeld in vier fasen: (1) in Bethlehem, waar hij herder was (1 Sam. 16-17); (2) aan het hof van koning Saul (1 Sam. 18:1-19:18); (3) dat van een voortvluchtige (1 Sam. 19:18-31:13; 2 Sam. 1); (4) als koning van Juda in Hebron (2 Sam. 2-4), en vervolgens koning van geheel Israël (2 Sam. 5-24; 1 Koningen 1:1-2:11).

David’s zonde van overspel met Bathseba bracht hem een reeks van tegenslagen die de laatste twintig jaar van zijn leven ondermijnden. De natie bloeide over het algemeen tijdens zijn regering, maar David leed onder de gevolgen van zijn zonden. Hij had voortdurende familieproblemen, die in het geval van zijn zonen Absalom en Adonia eindigden in volledige opstandigheid. Deze gebeurtenissen waren de vervulling van de verklaring van de profeet Nathan aan David, vanwege zijn zonde (2 Sam. 12:7-13).

Ondanks deze rampen was Davids regering de meest voortreffelijke in de Israëlitische geschiedenis, want (1) hij verenigde de stammen tot één natie, (2) hij verwierf het absolute bezit van het land, (3) hij vertrouwde op de ware godsdienst om het volk te besturen, zodat Gods wil de wet van Israël was. Om deze redenen werd Davids regering in latere tijden beschouwd als de gouden eeuw van de natie en het symbool van de meest glorieuze eeuw waarnaar het volk uitkeek: die van de komst van de Messias (Jes. 16:5; Jer. 23:5; Ezech. 37:24-28).

Davids leven illustreert de noodzaak voor alle mensen om tot het einde toe te volharden in gerechtigheid. Als jongeman werd David gekarakteriseerd als een man “naar het hart” van Jehovah (1 Sam. 13:14); als man sprak hij door de Geest en ontving hij vele openbaringen. Maar hij betaalde een zware prijs voor zijn ongehoorzaamheid aan Gods geboden (D&C 132:39).

David’s ongehoorzaamheid aan Gods geboden was een grote prijs (D&C 132:39).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *