De Patels hebben een reputatie die veel verder reikt dan hun thuis in de West-Indiase deelstaat Gujarat.
Van motelketens in de VS tot buurtwinkels in het VK, van de diamanthandel in Europa tot de handel in Afrika, deze baanbrekende Gujarati-clan heeft vaak voorop gelopen in de expansie van de Indiase diaspora.
Ondanks deze wereldwijde roem en rijkdom komen ongeveer een miljoen Patels – een voornamelijk Hindoe gemeenschap, ook bekend als de Patidars – in de commerciële hoofdstad van Gujarat, Ahmedabad, bijeen om een “andere achtergestelde klasse” status voor hun gemeenschap te eisen.
India heeft lange tijd geprobeerd om de gevolgen van zijn oude kaste-systeem tegen te gaan door middel van op quota’s gebaseerde positieve actie voor economisch zwakkere gemeenschappen. De “andere achtergestelde klasse” (OBC) is een term die door de Indiase regering is bedacht om groepen aan te duiden die historisch achtergesteld zijn geweest.
De status zou het voor de Patels, die tussen de 15% en 20% van de meer dan 63 miljoen inwoners van Gujarat uitmaken, gemakkelijker maken om toegang te krijgen tot onderwijs, overheidsbanen en andere faciliteiten, dankzij het Indiase reserveringssysteem.
Hardik Patel, een 22-jarige afgestudeerde, leidt de beweging en is voor onbepaalde tijd in hongerstaking totdat de deelstaatregering toegeeft. Tot nu toe heeft de minister-president van Gujarat, Anandiben Patel, die ook tot de gemeenschap behoort, de eis afgewezen.
“Wij willen reservering om onze waardigheid en ons erfgoed te behouden. Wij hebben recht op reservering, en onze kinderen ook,” zei Hardik Patel tijdens de bijeenkomst op 25 augustus.
India’s reserveringssysteem voorziet in 15% reservering voor scheduled castes, 7,5% voor scheduled tribes en 27% voor OBC bij overheidsinstellingen. Maar liefst 146 gemeenschappen vallen nu onder de OBC-categorie.
“Het is lachwekkend,” vertelde Aakar Patel, een politiek commentator en hoofd van het India-kantoor van Amnesty International, aan de LA Times. “Ze hebben anderhalve eeuw lang toegang gehad tot moderniteit en kapitaal. Bijna iedereen in centraal Gujarat, waar de Patels domineren, heeft familieleden in de VS en Groot-Brittannië.”
De Patels hebben een geschiedenis van het organiseren van grote onlusten. In de jaren tachtig protesteerden ze ironisch genoeg luidkeels tegen reserveringen voor andere gemeenschappen. Maar de situatie is veranderd, zoals Shika Trivedi van NDTV schrijft:
Een van de redenen waarom de Patels OBC willen zijn, meent sociaal wetenschapper Achyut Yagnik, die in Ahmedabad woont, is om hun kinderen op medische en technische hogescholen of instellingen voor technisch onderwijs te krijgen, zodat ze gemakkelijker naar het buitenland kunnen emigreren en ter plaatse werk kunnen vinden. Het feit dat zij in deze sectoren slecht vertegenwoordigd zijn, komt doordat de Patels er traditioneel voor kozen om op jonge leeftijd in zaken te gaan in plaats van hogere studies te volgen. Nu zijn ze op zoek naar verandering. Want ergens heeft het Vibrant Gujarat-verhaal zelfs de meest fervente BJP-fans (Bharatiya Janata Party) in de gemeenschap teleurgesteld, vooral onder de jongeren.
Het protest van de Patel-gemeenschap is ook een bedreiging voor de regerende BJP en de Indiase premier Narendra Modi, die als premier van Gujarat de deelstaat 13 jaar lang heeft geregeerd met de trouwe steun van de invloedrijke groep.
Made in the USA
De Patels, van oudsher een boerengemeenschap, hebben veel succes geboekt als ondernemers en zijn geleidelijk overgestapt op lucratieve bedrijven, variërend van diamanten tot textiel. Een groot aantal van hen is ook geëmigreerd naar de VS, het VK en delen van Afrika.
In het midden van de jaren zeventig begon de gemeenschap vanuit Afrika en Azië naar Noord-Amerika te migreren. Vandaag de dag wonen er alleen al in de VS 145.000 Patels, die de motelbusiness in het land zijn gaan domineren.
In zijn boek Life Behind The Lobby uit 2012 schat Pawan Dhingra dat een op de twee motels in de VS nu eigendom is van Indiase Amerikanen. Daarvan is 70% in handen van Gujarati’s, en onder hen deelt driekwart de achternaam Patel. Er zijn in de VS zo’n 22.000 hotels en motels in handen van Indiërs, met een gezamenlijke waarde van 128 miljard dollar.
An anderhalf decennium geleden beschreef de New York Times de eerste generatie Indiase hoteleigenaren als zakenlieden die “zuinig waren, het zonder moesten stellen, oude sokken stopten en nooit op vakantie gingen.”
In Ahmedabad verlieten op 25 augustus echter duizenden Patels het werk om te protesteren.