Als je dagelijks Engels gebruikt, zul je het vaak hebben over wat mensen zeggen of tegen je hebben gezegd!
Maar het is een kunst – lees verder om meer te weten te komen over hoe je directe en indirecte vormen van spreken correct gebruikt.
Wat is het verschil tussen directe en indirecte rede?
Beide termen beschrijven een manier om iets te vertellen dat gezegd kan zijn – maar er is een subtiel verschil tussen beide.
Directe rede beschrijft wanneer iets precies wordt herhaald zoals het was – meestal tussen een paar aanhalingstekens. Bijvoorbeeld:
Ze zei tegen me: “Ik kom om 22.00 uur thuis.”
Indirecte rede geeft nog steeds dezelfde informatie – maar in plaats van iemands opmerkingen of toespraak weer te geven door ze direct te herhalen, gaat het om het rapporteren of beschrijven van wat er is gezegd. Een duidelijk verschil is dat je bij indirecte rede geen aanhalingstekens gebruikt. Bijvoorbeeld:
Ze zei tegen me dat ze om 22.00 uur thuis zou zijn.
Laten we ze eens van dichtbij bekijken!
Directe rede
Directe rede kan in vrijwel elke tijd van het Engels worden gebruikt. Je kunt het gebruiken om iets in de tegenwoordige tijd te beschrijven – om iets uit te drukken dat op dit moment gebeurt, of om het te laten lijken alsof het op dit moment gebeurt.
Bijvoorbeeld:
“Terwijl ze aan de telefoon is, zegt ze tegen hem: “Ik ga nooit meer met je praten.”
Je kunt directe rede ook in de verleden en toekomende tijd gebruiken. Directe rede in de verleden tijd zul je vaak tegenkomen om iets te beschrijven dat al gebeurd is. In de meeste geschreven vormen van het Engels wordt directe rede op deze manier gebruikt.
Voorbeeld:
“Hij zei tegen haar: “Ik neem de laatste trein naar huis.”
Directe rede kan ook in de toekomende tijd worden gebruikt, om een gevoel van anticipatie of verwachting te creëren. Het kan ook worden gebruikt om iets uit te drukken dat je van plan bent tegen iemand te zeggen.
Hoewel je dit misschien niet tegenkomt in formele of professionele vormen van geschreven Engels, zul je het waarschijnlijk wel vaak tegenkomen in creatieve vormen van schrijven, zoals een verhaal of roman.
Voorbeeld:
Voordat ik wegga, zal ik hem zeggen: “Ik kom nooit meer terug.”
Directe rede is niet altijd een beschrijving van wat iemand heeft gezegd. Je kunt ook op een soortgelijke manier citeren uit andere teksten, door aanhalingstekens voor en na het citaat te gebruiken. Hier kun je in plaats van het werkwoord “zeggen” een ander werkwoord gebruiken, zoals “schrijven”, “verklaren” of “beschrijven”.
Indirecte rede
Indirecte rede wordt gebruikt om te vertellen wat iemand heeft gezegd, en wordt dus altijd in de verleden tijd gebruikt. In plaats van aanhalingstekens te gebruiken, kunnen we laten zien dat iemands toespraak wordt beschreven door eerst het woord “dat” te gebruiken om de uitspraak in te leiden.
Voorbeeld:
“Ze zei dat ze geen honger had.”
Je kunt verschillende werkwoorden gebruiken om uit te drukken wat er wordt gerapporteerd – hoewel “zeggen” heel gebruikelijk is, zou je ook “vertellen” kunnen gebruiken, om iets te beschrijven dat je is verteld.
Voorbeeld:
“Hij vertelde me dat hij niet genoeg geld had.”
Jouw beurt
Je zult vaak zowel directe als indirecte rede gebruiken als je Engels gebruikt – zorg er dus voor dat je met beide bekend bent, en ze correct kunt gebruiken!
Een effectieve manier om te oefenen is door een dagboekje bij te houden van wat er om je heen is gezegd – beschrijf wat mensen hebben gezegd, en probeer een paar voorbeelden in elke vorm op te schrijven.