Experimenten op zuurbasis kunnen een belangrijke boodschap overbrengen en zien er nog goed uit ook!
Australian Curriculum links
- Wetenschap > Chemische wetenschappen > Jaar 9 > ACSSU179
- Wetenschappen > Chemische Wetenschappen > Jaar 10 > ACSSU187
- Wetenschappen > Leerplan voortgezet onderwijs > Scheikunde > Eenheid 3: Evenwicht, zuren en redoxreacties
Je hebt nodig
- Een zwak zure oplossing bijv.b.v. 0.1M zoutzuur
- Een zwak basische oplossing b.v. 0.1M natriumbicarbonaat
- Filterpapier of papieren handdoek
- Universele indicator
Probeer dit
- Plaats het filterpapier op een tegel of vergelijkbaar oppervlak.
- Leg een paar druppels van de zwak basische oplossing op het filtreerpapier.
- Leg een paar druppels van de zwak zure oplossing op het filtreerpapier. De basische en zure oplossingen moeten elkaar net raken.
- Leg enkele druppels universele indicator op de natte delen van het filtreerpapier en kijk naar de kleurverandering.
Verder onderzoek
Universele indicator is goed voor het aangeven van zowel basen als zuren, maar er zijn veel verschillende indicatoren verkrijgbaar. Je kunt dit experiment met hen proberen om te zien hoe ze variëren.
Een eenvoudige zelfgemaakte indicator kun je maken door gehakte rode kool in water te koken, of door een paar grote bladeren in water te mengen en de klontjes eruit te zeven. De overgebleven paarse vloeistof kan worden gebruikt als indicator.
Wat gebeurt er?
Een pH-indicator is iets dat wordt gebruikt om de pH-waarde van een stof te helpen bepalen, waarbij kleurveranderingen worden gebruikt om de pH-waarde aan te geven.
De pH-waarde van een stof is de mate van zuurheid of alkaliteit. Om preciezer te zijn, pH is een maat voor de concentratie van waterstofionen (H+) ten opzichte van hydroxide-ionen (OH-) in een stof. Het bereik van pH-waarden wordt weergegeven op een logaritmische schaal van 1 tot 14. Als een oplossing meer waterstofionen dan hydroxide-ionen bevat, wordt zij als zuur beschouwd en heeft zij een pH tussen 1,0 en 6,9. Als er echter meer hydroxide-ionen dan waterstofionen zijn, zal de oplossing basisch zijn en een pH hebben tussen 7,1 en 14. Als de hoeveelheden waterstofionen en hydroxide-ionen gelijk zijn – zoals in zuiver water – wordt de oplossing als neutraal beschouwd en heeft deze een pH van 7,0.
Indicatoren, zoals de universele indicator, werken door hun kleur te veranderen bij veranderingen in pH. Er zijn veel verschillende pH-indicatoren en elke indicator verandert van kleur bij een bepaalde pH-waarde. Vaak zal een individuele indicator slechts één of twee kleurveranderingen ondergaan. Dit betekent meestal dat het gebruik van één pH-indicator u het algemene pH-bereik van een onbekende oplossing zal vertellen. Gewoonlijk moeten verschillende indicatoren worden gebruikt en de resultaten vergeleken om de pH nauwkeurig te bepalen. De hoofdbestanddelen van de universele indicator zijn thymolblauw, methylrood, broomthymolblauw en fenolftaleïne. Dit mengsel is belangrijk omdat elk bestanddeel van kleur verandert naar gelang van de zuurgraad of de basische waarde van de geteste oplossing.