Katten kunnen worden besmet met influenzavirussen, waaronder vogelgriepvirussen, en kunnen influenzavirussen onder elkaar verspreiden (kat-op-kat). Aangenomen wordt dat griep bij katten zich op dezelfde manier verspreidt als griep bij mensen: door direct contact (samen spelen of slapen, likken, knuffelen); door de lucht (druppeltjes van hoesten of niezen, inclusief neusuitvloeiing); en via besmette oppervlakken (zoals gedeelde voer- en drinkbakjes, oppervlakken van kooien). Sommige wetenschappelijke studies suggereren dat het niet ongewoon is dat mensen katten besmetten met seizoensgriepvirussen. Er is minder bekend over het risico dat een besmette kat griep overbrengt op mensen. Influenza-infectie bij katten heeft over het algemeen geleid tot milde ziekte bij katten.
CDC is van mening dat het risico van menselijke infectie met een influenzavirus van een geïnfecteerde kat laag is, maar het risico is waarschijnlijk afhankelijk van de kenmerken van het virus in kwestie en de duur en intensiteit van de blootstelling.
CDC heeft al lang bestaande richtlijnen voor katteneigenaren, waaronder dat mensen hun handen wassen met zeep en stromend water na contact met katten, kattenspeeksel of ontlasting, en na het schoonmaken van een kattenbak. Deze voorzorgsmaatregelen zijn nog belangrijker voor mensen die een hoog risico lopen op ernstige complicaties bij griep, zoals mensen die worden behandeld voor kanker, of die andere chronische gezondheidsproblemen hebben zoals diabetes, hart- en vaatziekten, lever- of nierziekten of vrouwen die zwanger zijn.
Het vinden van een niet-menselijk (nieuw) influenzavirus in een onverwachte gastheer (zoals een huiskat) is altijd zorgwekkend en elke menselijke infectie met een nieuw influenzavirus is eveneens zorgwekkend. Deze incidenten worden zorgvuldig onderzocht en er worden passende maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat het nieuwe virus zich niet verder onder de mensen verspreidt.