Articles

Je bevindt je hier: Islam Gids Home > Voor meer informatie over de Islam >Het leven na de dood

Posted on

Vorige

Inhoud

Volgende

Door de Wereldassemblee van Moslimjongeren1

Hoe kijken Moslims aan tegen de dood?

Moslims geloven dat het huidige leven een beproeving is ter voorbereiding op het volgende rijk van het bestaan. Wanneer een moslim sterft, wordt hij of zij gewassen en in een schone, witte doek gewikkeld (meestal door een familielid) en na een speciaal gebed begraven, bij voorkeur nog dezelfde dag. Moslims beschouwen dit als een laatste dienst die zij hun nabestaanden kunnen bewijzen en als een gelegenheid om eraan te denken dat hun eigen bestaan hier op aarde van korte duur is.

De vraag of er leven is na de dood valt niet onder de jurisdictie van de wetenschap, aangezien de wetenschap zich alleen bezighoudt met de classificatie en analyse van zintuiglijke gegevens. Bovendien is de mens pas de laatste eeuwen bezig met wetenschappelijk onderzoek in de moderne zin van het woord, terwijl hij al sinds mensenheugenis bekend is met het concept van leven na de dood.
Alle profeten van God riepen hun volk op God te aanbidden en te geloven in een leven na de dood. Zij legden zoveel nadruk op het geloof in het leven na de dood, dat zelfs een geringe twijfel hieraan het verloochenen van God betekende en alle andere geloven zinloos maakte.

Het feit alleen al dat alle Profeten van God deze metafysische vraag van het leven na de dood zo zelfverzekerd en zo uniform hebben behandeld – het verschil tussen hun leeftijden bedroeg in sommige gevallen duizenden jaren – bewijst dat de bron van hun kennis van het leven na de dood, zoals door hen allen verkondigd, dezelfde was, d. w. z.

We weten ook dat deze Profeten van God sterk werden tegengewerkt door hun volk, voornamelijk in de kwestie van het leven na de dood, omdat hun volk dacht dat het onmogelijk was.Maar ondanks de tegenstand, wonnen de Profeten vele oprechte volgelingen.

De vraag rijst: wat deed deze volgelingen afstand doen van de gevestigde overtuigingen, tradities en gewoonten van hun voorvaderen, niettegenstaande het risico om volledig te worden vervreemd van hun eigen gemeenschap? Het eenvoudige antwoord is: zij maakten gebruik van hun verstand en hart en realiseerden zich de waarheid.

Maakten zij zich de waarheid bewust door middel van perceptueel bewustzijn? Dat konden zij niet, want perceptuele ervaring van het leven na de dood is onmogelijk. God heeft de mens naast het perceptuele bewustzijn ook een rationeel, esthetisch en moreel bewustzijn gegeven. Het is dit bewustzijn dat de mens leidt naar werkelijkheden die niet door zintuiglijke gegevens kunnen worden geverifieerd. Daarom doen alle profeten van God, die de mensen oproepen om in God en het leven na de dood te geloven, een beroep op het esthetisch, moreel en rationeel bewustzijn van de mens.

Toen bijvoorbeeld de afgodendienaren van Makkah zelfs de mogelijkheid van een leven na de dood ontkenden, legde de Koran de zwakte van hun standpunt bloot door er zeer logische en rationele argumenten voor aan te voeren:

En hij (d.w.z. de mens) geeft Ons een voorbeeld (d.w.z. tracht het definitieve karakter van de dood vast te stellen) en vergeet zijn schepping. Hij zegt: “Wie zal beenderen tot leven wekken terwijl zij uiteenvallen?” Zeg: “Hij, die ze de eerste maal voortbracht, zal ze leven schenken; en Hij is de Alwetende van de schepping. Hij die voor u uit de groene boom vuur heeft geschapen en die gij daaruit doet ontvlammen. Is Hij dan niet, Die de hemelen en de aarde schiep, bij machte iets dergelijks te scheppen? Ja, ; en Hij is de Wetende Schepper. (Koran, 36:78-81)

Op een andere plaats zegt de Koran heel duidelijk dat de ongelovigen geen deugdelijke grondslag hebben voor hun ontkenning van het leven na de dood.Zij baseren zich op gissingen:

En zij zeggen: “Er is slechts ons wereldse leven; wij sterven en wij leven (d.w.z. sommige mensen sterven en anderen leven en zij vervangen hen) en niets vernietigt ons behalve de tijd.” En zij hebben daar geen kennis van; zij veronderstellen slechts. En wanneer Onze Verzen als duidelijke bewijzen aan hen worden voorgedragen, is hun argument slechts dat zij zeggen: “Brengt onze voorvaderen, als jullie waarachtig zijn.” Zeg: “God doet u leven en daarna doet Hij u sterven; daarna zal Hij u verzamelen voor den dag der opstanding, waaraan geen twijfel is,” maar de meesten van hen weten het niet. (Koran, 45:24-26)

Zeker, God zal alle doden opwekken. Maar God heeft Zijn eigen plan. Op een dag zal het gehele heelal worden vernietigd en dan zullen de doden worden opgewekt om voor God te staan. Die dag zal het begin zijn van een leven dat nooit zal eindigen, en op die dag zal ieder mens door God worden beloond naar gelang van zijn of haar goede of slechte daden.

De uitleg die de Koran geeft over de noodzaak van leven na de dood is wat het moreel bewustzijn van de mens eist.Als er geen leven na de dood is, wordt het geloof in God zinloos, of zelfs als men in God gelooft, zou het een onrechtvaardige en onverschillige God zijn, die de mens ooit geschapen heeft en zich nu niets meer van zijn lot aantrekt.

Zeker, God is rechtvaardig. Hij zal de tirannen straffen, wier misdaden niet te tellen zijn – zij hebben honderden of duizenden onschuldigen gemarteld en gedood, grote corruptie in de maatschappij teweeggebracht, talrijke mensen tot slaven gemaakt om hun grillen te dienen, enz. Omdat de mens in deze wereld maar een zeer korte levensduur heeft en omdat talrijke individuen door iemands daden worden getroffen, zijn adequate straffen en beloningen in dit leven niet mogelijk. De Koran zegt met nadruk dat de Dag des Oordeels zal komen en dat God het lot van iedere ziel zal bepalen volgens zijn daden:

Maar de ongelovigen zeggen: “Het Uur (d.w.z. de Dag des Oordeels) zal tot ons niet komen.” Zeg: “Ja, bij mijn Heer, het zal zeker tot u komen. de Kenner van het onzienlijke.” Van Hem is niet het gewicht van een atoom in de hemelen of op de aarde of kleiner dan dat of groter, behalve dat het in een duidelijk register staat – Opdat Hij degenen moge belonen die geloven en goede daden verrichten. Zij zullen vergiffenis en een edele voorziening ontvangen. Maar zij die tegen Onze Verzen strijden om te doen falen (d.w.z. om hun geloofwaardigheid te ondermijnen) – voor hen zal er een pijnlijke bestraffing van slechte aard zijn. (Koran, 34:3-5)

De Dag der Opstanding zal de Dag zijn waarop Gods eigenschappen van Rechtvaardigheid en Barmhartigheid ten volle zullen worden geopenbaard. God zal Zijn barmhartigheid uitstorten over hen die in het tegenwoordige leven omwille van Hem hebben gestreden, in de overtuiging dat hun een eeuwige gelukzaligheid wachtte. Maar zij die misbruik maakten van Gods genade en zich niets aantrokken van het hiernamaals, zullen in de ellendigste toestand verkeren. De Koran vergelijkt hen met elkaar en zegt:

Is dan hij aan wie Wij een goede belofte hebben gedaan, die hij zal vervullen, gelijk aan hem aan wie Wij het genot van het wereldse leven hebben geschonken, en behoort hij dan op de opstandingsdag tot hen die worden voorgeleefd? (Koran, 28:61)

De Koran zegt ook dat dit wereldse leven een voorbereiding is op het eeuwige leven na de dood. Maar zij die dit ontkennen worden slaven van hun hartstochten en begeerten en drijven de spot met deugdzame en godvrezende mensen.

Zulke mensen beseffen hun dwaasheid pas op het moment van hun dood en wensen nog een kans in de wereld, maar tevergeefs. Hun ellendige toestand op het ogenblik van hun dood, en de verschrikking van de Dag des Oordeels, en de eeuwige gelukzaligheid die de oprechte gelovigen is beloofd, zijn zeer duidelijk en prachtig vermeld in de volgende verzen van de Koran:

, totdat, wanneer de dood tot een van hen komt, hij zegt: “Mijn Heer, zend mij terug opdat ik rechtschapenheid verricht in datgene wat ik heb achtergelaten (d.w.z. in datgene wat ik heb verwaarloosd).d.w.z. in datgene wat ik verwaarloosd heb.” Neen! Het is slechts een woord dat hij zegt, en achter hen is een hindernis tot de Dag waarop zij zullen worden opgewekt. Wanneer dan op de hoorn wordt geblazen, zal er onder hen die Dag geen verwantschap zijn, noch zullen zij naar elkander vragen. En zij wier weegschalen zwaar zijn – zij zijn het die succes hebben. Maar zij wier weegschalen licht zijn, zijn het die hun zielen in de hel zullen verliezen, eeuwig daarin verblijvend. Het Vuur zal hun gezicht verschroeien, en zij zullen daarin een strakke lach hebben (d.w.z. hun lippen zullen door de verschroeiing zijn samengetrokken, totdat de tanden blootliggen). (Koran, 23:99-104)

Het geloof in het leven na de dood verzekert niet alleen succes in het Hiernamaals, maar maakt ook deze wereld vol vrede en geluk, doordat het de mensen uiterst verantwoordelijk en plichtsgetrouw maakt in hun doen en laten.

Denk aan het volk van Arabië voor de komst van de Profeet Mohammed . Gokken, wijn, stammenvetes, plunderen en moorden waren hun voornaamste karaktertrekken toen zij nog niet in een leven na de dood geloofden. Maar zodra zij het geloof in de ene God en het leven na de dood aanvaardden, werden zij het meest gedisciplineerde volk van de wereld. Zij gaven hun ondeugden op, hielpen elkaar in tijden van nood en beslechtten al hun geschillen op basis van rechtvaardigheid en gelijkheid. Evenzo heeft het ontkennen van het leven na de dood niet alleen gevolgen in het Hiernamaals, maar ook in deze wereld. Wanneer een volk als geheel het leven na de dood ontkent, zullen allerlei kwaden en corruptie in die samenleving welig tieren en uiteindelijk zal het vernietigd worden.

De Koran vermeldt het vreselijke einde van Aad,Thamoed en de Farao in enig detail:

Thamoed en Aad ontkenden de Opvallende Rampen. Dus wat Thamoed betreft, zij werden vernietigd door de overweldigende. En wat Aad betreft, zij werden vernietigd door een gierende, hevige wind, die Hij zeven nachten en acht dagen achtereenvolgens over hen liet waaien, zodat gij het volk daarin zoudt zien vallen als waren zij holle boomstammen van palmbomen. Ziet gij dan nog overblijfselen van hen? En er kwamen Pharao en degenen, die vóór hem waren en de steden, waarheen Lot was gezonden, met zonde. En zij gehoorzaamden de boodschapper van hun Heer niet, daarom greep Hij hen met een nog grotere greep. Voorwaar, toen het water overstroomde, droegen Wij u in het zeilschip (dat Noach bouwde). Opdat Wij het voor u tot een vermaning zouden maken en een opmerkzaam oor het zou opmerken. (Koran, 69:4-12)

Gebeurtenissen van de Dag des Oordeels

God zegt in de Koran over de gebeurtenissen op de Dag des Oordeels:

Wanneer dan op de hoorn met één stoot zal worden geblazen, en de aarde en de bergen met één stoot zullen worden opgeheven en geëgaliseerd -Dan zal op die Dag het Voorval geschieden, en de hemel zal splijten, want op die Dag is zij zwak (d.w.z. zwak, verzwakt).(d.w.z. zwak, verzwakt en onstabiel). En de engelen zijn aan haar randen. En op die Dag zal de Troon van uw Heer boven hen acht dragen. Op die Dag zult gij worden tentoongesteld; niets is onder u verborgen (d.w.z. enige persoon of enig geheim dat gij zoudt trachten te verbergen). Wat hem betreft, die zijn boek in zijn rechterhand zal worden gegeven, hij zal zeggen: “Hier, lees mijn boek! Voorwaar, ik was er zeker van dat ik mijn rekening zou voldoen.” Dan zal hij in een aangenaam leven zijn – in een verheven tuin, Zijn te plukken nabij. “Eet en drinkt tot voldoening van hetgeen gij in de voorafgaande dagen hebt verricht.” Maar hij, aan wie zijn boek in de linkerhand wordt gegeven, zal zeggen: “O, had mij mijn boek maar niet gegeven en had ik maar niet geweten wat mijn rekening is. Ik wou dat het de beslissende was geweest (d.w.z. het leven beëindigen in plaats van de poort naar het eeuwige leven te zijn). Mijn rijkdom heeft mij niet in de steek gelaten. Van mij is mijn gezag verdwenen.” Grijpt hem en bindt hem vast. Drijf hem dan in het hellevuur. En voer hem in een keten van zeventig el lengte.” Voorwaar, hij geloofde niet in God, de Grootste. (Koran, 69:13-33)

De Profeet Mohammed onderwees dat drie dingen een persoon zelfs na de dood blijven baten – liefdadigheid die hij heeft gegeven (wat anderen blijft baten), heilzame kennis die hij heeft nagelaten (d.w.z. heeft geschreven of onderwezen), en dat drie dingen een persoon zelfs na de dood blijven baten – liefdadigheid die hij heeft gegeven (wat anderen blijft baten), heilzame kennis die hij heeft nagelaten (d.w.z. heeft geschreven of onderwezen).d. auteur of onderwijzer), en smeekbede namens hem door een rechtvaardig kind (Overgeleverd door Saheeh Muslim).

Daarom zijn er zeer overtuigende redenen om in het leven na de dood te geloven:

1) Alle Profeten van God hebben hun mensen opgeroepen erin te geloven.

2) Telkens wanneer een menselijke samenleving is opgebouwd op basis van dit geloof, is het de meest ideale en vreedzame samenleving geweest, vrij van sociale en morele kwaden.

3) De geschiedenis getuigt dat telkens wanneer dit geloof collectief werd verworpen door een groep mensen, ondanks de herhaalde waarschuwing van de Profeet, de groep als geheel door God werd gestraft, zelfs in deze wereld.

4) Morele, esthetische en rationele vermogens van de mens onderschrijven de mogelijkheid van het leven na de dood.

5) Gods eigenschappen van Gerechtigheid en Barmhartigheid hebben geen betekenis als er geen leven na de dood is.

(Om terug te gaan sluit dit venster)

Voetnoten:

(1) Herziene Editie.

Vorige

Inhoud

Volgende

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *