LaMancha, Amerikaans ras van melkgeiten dat bekend staat om zijn sterk gereduceerde uitwendige oren. De afstamming van LaManchas is onzeker; hun relatie met geiten uit de regio La Mancha in Spanje is niet bewezen. Het ras werd in het begin van de 20e eeuw aan de westkust van de Verenigde Staten ontwikkeld uit ongewoon kortoorige geiten, waarvan wordt aangenomen dat zij afstammen van geiten die door Spaanse missionarissen naar Californië werden gebracht. Deze geiten werden gekruist met verschillende andere rassen, waaronder Nubiërs en Alpengeiten, totdat een onderscheidend Amerikaans LaMancha-ras was ontwikkeld. De officiële erkenning door de American Dairy Goat Association kwam er in 1958.
Echt gefokte LaMancha’s moeten een van slechts twee verschillende oortypen hebben: “Gopher-oren”, die tot 2,5 cm lang mogen zijn, maar bij voorkeur niet mogen voorkomen, of “elfenoren”, die maximaal 5 cm lang mogen zijn. Alleen bokken met gopher oren worden geaccepteerd voor de fokkerij, omdat bokken met elf oren “throwback” kinderen kunnen verwekken met standaard langere oren. Het gezicht moet lang en recht zijn; een kromme neus van het Nubische type diskwalificeert een exemplaar uit de showring.
LaManchas hebben een korte en glanzende vacht met talrijke kleurvariaties en patronen. Ze worden beschouwd als een volgzaam ras en zijn uitstekende producenten van een melk die rijk is aan vet en eiwit.