Articles

Life & Work: Believe

Posted on

Neemt u genoegen met minder dan Gods beste in uw leven? Als u enige lichamelijke kwaal, minder dan financiële overvloed of een moeizame relatie tolereert, dan is het antwoord een volmondig ja!

Neem vandaag de tijd om uw geest te vernieuwen voor wat God te zeggen heeft over uw voorspoed en succes in uw gezondheid, relaties, financiën en meer. Begin met deze 60 Schriftteksten over voorspoed en succes.(Alle Schriftteksten zijn uit de New King James Version van de Bijbel.)

Genesis 13:2

Abram was zeer rijk aan vee, aan zilver en aan goud.

Genesis 13:5-6

Lot ook, die met Abram meeging, had kudden en kudden en tenten. Het land nu was niet in staat om hen te onderhouden, opdat zij tezamen zouden wonen, want hun bezittingen waren zo groot, dat zij niet tezamen konden wonen.

Genesis 13:14-17

En de Here zeide tot Abram, nadat Lot zich van hem had afgescheiden: “Hef nu uw ogen op en kijk van de plaats waar u bent-noordwaarts, zuidwaarts, oostwaarts en westwaarts; want al het land dat u ziet, geef Ik aan u en uw nakomelingen voor altijd. En Ik zal uw nakomelingen maken als het stof der aarde, zodat, indien een mens het stof der aarde tellen kon, ook uw nakomelingen geteld kunnen worden. Staat op, wandelt in het land door zijn lengte en zijn breedte, want Ik geef het u.”

Genesis 17:1-9

Toen Abram negenennegentig jaar oud was, verscheen de Heer aan Abram en zeide tot hem: Ik ben de almachtige God; wandelt voor Mijn aangezicht en weest onberispelijk. En Ik zal Mijn verbond tussen Mij en u sluiten, en Ik zal u zeer vermenigvuldigen.” Toen viel Abram op zijn aangezicht, en God sprak met hem, zeggende: “Wat Mij betreft, zie, Mijn verbond is met u, en gij zult een vader zijn van vele volken. Uw naam zal niet meer Abram heten, maar uw naam zal Abraham zijn, want Ik heb u gemaakt tot een vader van vele volken. Ik zal u zeer vruchtbaar maken; en Ik zal volken uit u maken, en koningen zullen uit u voortkomen. En Ik zal Mijn verbond oprichten tussen Mij en u en uw nakomelingen na u in hun geslachten, tot een eeuwig verbond, om God te zijn voor u en uw nakomelingen na u. Ook geef Ik aan u en uw nakomelingen na u het land, waarin gij vreemdeling zijt, het ganse land Kanaän, als een eeuwig bezit; en Ik zal hun God zijn. “En God zeide tot Abraham: “Wat u betreft, gij zult Mijn verbond onderhouden, gij en uw nakomelingen na u, in hun geslachten.”

Genesis 39:21-23

Maar de Here was met Jozef en bewees hem barmhartigheid, en Hij schonk hem gunst in de ogen van de bewaarder van de gevangenis. En de bewaarder der gevangenis droeg aan Jozef’s hand op alle gevangenen, die in de gevangenis waren; wat zij daar ook deden, het was zijn werk. De bewaarder van de gevangenis keek niet naar iets dat onder Jozefs gezag was, want de Here was met hem; en wat hij ook deed, de Here deed het goed.

Leviticus 26:3-5

Wanneer gij in Mijn inzettingen wandelt en Mijn geboden onderhoudt, en ze volbrengt, zo zal Ik u regen geven op zijn tijd, het land zal zijn opbrengst geven, en de bomen des velds zullen hun vruchten voortbrengen. Uw dorsen zal duren tot den tijd van den oogst, en de oogst zal duren tot den tijd van het zaaien; gij zult uw brood ten volle eten, en gij zult veilig wonen in uw land.

Leviticus 27:30

En al de tienden des lands, hetzij van het zaad des lands, hetzij van de vrucht des geboomte, zijn des Heeren. Het is de Here heilig.

Deuteronomium 2:7

Want de Here, uw God, heeft u gezegend in al het werk van uw hand. Hij kent uw ploeteren door deze grote wildernis. Deze veertig jaar is de Heer, uw God, bij u geweest; het heeft u aan niets ontbroken.

Deuteronomium 11:11-15

Maar het land dat gij zult doortrekken om het in bezit te nemen, is een land van heuvelen en dalen, dat water drinkt uit de regen des hemels, een land waarvoor de Here, uw God, zorgt; de ogen van de Here, uw God, zijn er altijd op gevestigd, van het begin van het jaar tot het einde van het jaar. En het zal zo zijn, dat indien gij Mijn geboden, die Ik u heden opleg, ernstig gehoorzaamt, om de Here, uw God, lief te hebben en Hem te dienen met geheel uw hart en met geheel uw ziel, Ik u de regen zal geven voor uw land op zijn tijd, de vroege regen en de late regen, opdat gij uw graan, uw nieuwe wijn en uw olie zult verzamelen. En Ik zal gras zenden op uw akkers voor uw vee, opdat gij zult eten en verzadigd worden.

Deuteronomium 28:1-11

Nu zal het geschieden, indien gij ijverig gehoorzaamt aan de stem van de Here, uw God, om al zijn geboden, die ik u heden gebied, nauwgezet in acht te nemen, dat de Here, uw God, u hoog zal stellen boven alle volken der aarde. En al deze zegeningen zullen over u komen en u overvallen, omdat u gehoorzaamt aan de stem van de Heer, uw God: Gezegend zult gij zijn in de stad, en gezegend zult gij zijn op het land. Gezegend zal zijn de vrucht van uw lichaam, de opbrengst van uw grond en de aanwas van uw kudden, de aanwas van uw vee en de nakomelingen van uw kudden. Gezegend zal uw mand en uw kneedkuip zijn.

Gezegend zult gij zijn als gij binnenkomt, en gezegend zult gij zijn als gij uitgaat. De Heer zal uw vijanden, die tegen u opstaan, voor uw aangezicht doen verslaan; zij zullen tegen u opkomen op één weg en voor u wegvluchten op zeven wegen. De Heer zal zegen over u uitspreken in uw voorraadschuren en in alles waartoe u uw hand stelt, en Hij zal u zegenen in het land dat de Heer, uw God, u geeft.

De Heer zal u oprichten als een heilig volk voor Zichzelf, zoals Hij u gezworen heeft, als u de geboden van de Heer, uw God, in acht neemt en in zijn wegen wandelt. Dan zullen alle volken van de aarde zien dat u genoemd wordt bij de naam van de Heer, en zij zullen bang voor u zijn. En de Heer zal u overvloed van goederen schenken, in de vrucht van uw lichaam, in de vermeerdering van uw vee en in de opbrengst van uw grond, in het land waarvan de Heer aan uw vaderen gezworen heeft dat Hij het u zou geven.

Deuteronomium 28:13

En de Here zal u tot hoofd maken en niet tot staart; gij zult alleen boven zijn en niet beneden, indien gij acht geeft op de geboden van de Here, uw God, die ik u heden gebied, en voorzichtig zijt om ze in acht te nemen.

Deuteronomium 30:15-16

Zie, Ik heb heden leven en goed, en dood en kwaad voor u gesteld, omdat Ik u heden gebied de Here, uw God, lief te hebben, in zijn wegen te wandelen, en zijn geboden, zijn inzettingen en zijn oordelen te onderhouden, opdat gij leeft en vermenigvuldigt; en de Here, uw God, zal u zegenen in het land dat gij gaat bezitten.

Deuteronomium 30:19-20

Ik roep heden de hemel en de aarde tot getuigen tegen u, dat Ik leven en dood, zegen en vloek voor u heb gesteld; kiest daarom het leven, opdat gij en uw nakomelingen mogen leven; opdat gij de Here, uw God, moogt liefhebben, opdat gij Zijn stem moogt gehoorzamen en opdat gij u aan Hem moogt vastklemmen, want Hij is uw leven en de lengte uwer dagen; en opdat gij moogt wonen in het land, dat de Here aan uw vaderen, aan Abraham, Izaäk en Jakob, gezworen heeft hun te zullen geven.

Joshua 1:5, 7-8

Geen mens zal tegenover u kunnen staan al de dagen van uw leven; gelijk Ik met Mozes was, alzo zal Ik met u zijn. Ik zal u niet verlaten, noch u verlaten. Weest alleen sterk en zeer moedig, opdat gij in acht neemt te doen overeenkomstig de gehele wet, die Mozes, mijn knecht, u geboden heeft; wendt u daarvan niet af naar rechts noch naar links, opdat het u welga waar gij ook gaat. Dit boek der wet zal niet wijken van uw mond, maar gij zult het dag en nacht overdenken, opdat gij in acht neemt te doen naar alles wat daarin geschreven staat. Want dan zult gij uw weg voorspoedig doen verlopen, en dan zult gij goed slagen.

1 Koningen 2:3

En onderhoudt de opdracht van de Here, uw God: te wandelen in zijn wegen, zijn inzettingen, zijn geboden, zijn oordelen en zijn getuigenissen te onderhouden, zoals geschreven staat in de wet van Mozes, opdat gij voorspoedig moogt zijn in alles wat gij doet en waarheen gij ook gaat.

1 Kronieken 22:13

Dan zult gij voorspoedig zijn, als gij ervoor zorgt, dat gij de inzettingen en de oordelen vervult, die de Here Mozes over Israël heeft opgedragen. Wees sterk en moedig, vrees niet en laat u niet ontmoedigen.

1 Kronieken 29:11-12

Uw, o Heer, is de grootheid, de macht en de heerlijkheid, de overwinning en de majesteit; want alles wat in de hemel en op aarde is, is van U; U is het koninkrijk, o Heer, en U bent verheven als hoofd over allen. Rijkdom en eer komen van U, en U heerst over allen. In Uw hand is macht en kracht, in Uw hand is het groot te maken, en aan allen kracht te geven.

2 Kronieken 20:20

Zo stonden zij des morgens vroeg op en trokken uit in de woestijn van Tekoa; en terwijl zij uittrokken, stond Josafat op en zeide: Hoort mij, o Juda en gij inwoners van Jeruzalem: Gelooft in den Heere, uw God, en gij zult vaststaan; gelooft Zijn profeten, en gij zult voorspoedig zijn.”

2 Kronieken 26:5

Hij zocht God in de dagen van Zacharia, die inzicht had in de visioenen van God; en zolang hij de Here zocht, deed God hem voorspoedig zijn.

2 Kronieken 31:21

En in elk werk, dat hij begon in den dienst van het huis Gods, in de wet en in het gebod, om zijn God te zoeken, deed hij het met zijn ganse hart. Zo voorspoedig ging het hem.

Job 36:11

Als zij Hem gehoorzamen en dienen, zullen zij hun dagen in voorspoed doorbrengen, en hun jaren in welbehagen.

Palm 1:1-3

Gelukzalig is de man, die niet wandelt in de raad der goddelozen, noch staat op het pad der zondaars, noch zit op de stoel der verachters; maar zijn vreugde is in de wet des Heren, en in Zijn wet peinst hij dag en nacht. Hij zal zijn als een boom, geplant aan de rivieren des waters, die zijn vrucht voortbrengt in zijn seizoen, welks blad ook niet verdorren zal; en al wat hij doet, zal voorspoedig zijn.

KCM Partner Roy King deelt zijn reis naar voorspoed in dit krachtige interview met medewerkers van Kenneth Copeland Ministries. Kijk om te zien hoe geloof in Gods Woord Roy’s leven heeft veranderd!

Video van KCM Partner Getuigenis: A Journey to Prosperity

Psalm 23:1

De Here is mijn herder, mij zal niets ontbreken.

Psalm 34:10

De jonge leeuwen ontbreekt het en lijdt honger; maar wie de Here zoeken, zal het aan geen goed ontbreken.

Palm 35:27

Laten zij juichen en zich verblijden, die mijn rechtvaardige zaak gunstig gezind zijn; en laten zij gedurig zeggen: “Laat de Here grootgemaakt worden, die behagen heeft in de voorspoed van zijn knecht.”

Psalm 37:3-11

Trouw op de Here, en doe goed; woon in het land, en voed u met zijn trouw. Verblijdt u ook in de Here, en Hij zal u geven de begeerten uws harten. Leg uw weg aan de Heer over, vertrouw ook op Hem, en Hij zal het u geven. Hij zal uw gerechtigheid voortbrengen als het licht, en uw gerechtigheid als de dageraad. Rust in den Heer, en wacht geduldig op Hem; wees niet bezorgd over hem, die op zijn weg voortgaat, over den man, die boze plannen ten uitvoer brengt.

Blijft van toorn, en laat den toorn varen; piekert niet, want dat schaadt slechts. Want de boosdoeners zullen uitgeroeid worden, maar zij, die de Heer verwachten, zullen de aarde beërven. Nog een weinig tijd en de goddeloze zal niet meer zijn; waarlijk, gij zult zijn plaats nauwkeurig zoeken, maar hij zal niet meer zijn. Maar de zachtmoedigen zullen de aarde beërven, en zij zullen zich verlustigen in de overvloed des vredes.

Palm 37:25-26

Ik ben jong geweest, en nu ben ik oud; doch ik heb de rechtvaardige niet verlaten gezien, noch zijn nakomelingen bedelend om brood. Hij is altijd barmhartig, en leent, en zijn nakomelingen zijn gezegend.

Palm 68:19

Geloofd zij de Here, die ons dagelijks met weldaden overlaadt.

Palm 84:11

Want de Here God is een zon en een schild; de Here zal genade en heerlijkheid geven; geen goed zal Hij onthouden aan hen die rechtschapen wandelen.

Palm 92:12-15

De rechtvaardige zal bloeien als een palmboom, hij zal groeien als een ceder in Libanon. Zij, die in het huis des Heren geplant zijn, zullen bloeien in de voorhoven van onze God. Zij zullen ook in hun ouderdom vrucht dragen, zij zullen fris en bloeiend zijn, om te verkondigen dat de Here rechtschapen is; Hij is mijn rots, en er is geen ongerechtigheid in Hem.

Psalm 112:1-9

Prees de Heer! Gezegend is de man die de Heer vreest, die zich verlustigt in zijn geboden. Zijn nakomelingen zullen machtig zijn op aarde; het geslacht van de oprechten zal gezegend zijn. Rijkdom en weelde zullen in zijn huis zijn, en zijn gerechtigheid zal eeuwig duren. Voor den oprechten zal er licht in de duisternis opgaan; hij is genadig, en vol van mededoogen, en rechtvaardig. Een goed mens handelt genadig en leent; hij zal zijn zaken met discretie leiden. Hij zal nooit geschokt worden; de rechtvaardige zal in eeuwige gedachtenis zijn. Hij is niet bevreesd voor slechte tijdingen; zijn hart is standvastig, vertrouwend op de Here. Zijn hart staat vast; hij zal niet vrezen, totdat hij zijn begeerte over zijn vijanden ziet. Hij heeft in het buitenland verstrooid, aan de armen heeft hij gegeven; zijn gerechtigheid houdt eeuwig stand; zijn hoorn zal met eer verhoogd worden.

Psalm 115:11-16

Gij, die de Here vreest, vertrouwt op de Here; Hij is hun hulp en hun schild. De Heer is ons indachtig geweest; Hij zal ons zegenen; Hij zal het huis Israëls zegenen; Hij zal het huis van Aäron zegenen. Hij zal hen zegenen die de Heer vrezen, klein en groot. Moge de Heer u meer en meer doen toenemen, u en uw kinderen. Mogen jullie gezegend worden door de Heer, die hemel en aarde gemaakt heeft. De hemel, zelfs de hemelen, zijn van de Heer, maar de aarde heeft Hij aan de mensenkinderen gegeven.

Palm 122:6-7

Bidt voor de vrede van Jeruzalem: “Moge het hen welgaan die u liefhebben. Vrede binnen uw muren, voorspoed in uw paleizen.”

Palm 132:12-18

Als uw zonen zich zullen houden aan mijn verbond en mijn getuigenis, die ik hun zal leren, zullen ook hun zonen voor eeuwig op uw troon zitten. Want de Here heeft Sion uitverkoren, Hij heeft het gewild als Zijn woonplaats: “Dit is voor altijd Mijn rustplaats, hier zal Ik wonen, want Ik heb het begeerd. Ik zal haar voorziening overvloedig zegenen; Ik zal haar armen met brood tevreden stellen. Ook zal Ik haar priesters bekleden met heil, en haar heiligen zullen juichen van vreugde. Daar zal Ik de hoorn van David doen groeien; Ik zal een lamp bereiden voor Mijn Gezalfde. Zijn vijanden zal Ik met schaamte bekleden, maar op Zich zal zijn kroon bloeien.”

Palm 145:8-9

De Here is genadig en vol ontferming, traag tot toorn en groot van barmhartigheid. De Here is goed voor allen, en Zijn tedere barmhartigheden zijn over al Zijn werken.

Proverbs 3:9-10

Eert de Heer met uw bezit en met de eerstelingen van uw gehele oogst; zo zullen uw schuren gevuld worden met overvloed en uw vaten zullen overstromen van nieuwe wijn.

Proverbs 8:17-21

Ik heb lief wie mij liefhebben, en wie mij naarstig zoeken, zullen mij vinden. Rijkdom en eer zijn bij mij, blijvende rijkdom en gerechtigheid. Mijn vrucht is beter dan goud, ja, dan fijn goud, en mijn opbrengst dan uitgelezen zilver. Ik bewandel de weg der gerechtigheid, te midden van de paden der gerechtigheid, opdat ik degenen, die mij liefhebben, rijkdom doe erven, opdat ik hun schatkamers vul.

Proverbs 10:2-6

De schatten der goddeloosheid baten niets, maar de gerechtigheid redt van de dood. De Here zal de rechtvaardige ziel niet laten hongeren, maar de begeerte der goddelozen werpt Hij weg. Wie een slappe hand heeft, wordt arm, maar de hand van de ijverige maakt rijk. Hij, die in den zomer verzamelt, is een verstandig zoon; hij, die in den oogst slaapt, is een zoon, die schande veroorzaakt. Zegeningen zijn op het hoofd van de rechtvaardige, maar geweld bedekt de mond van de goddeloze.

Proversen 11:25

De vrijgevige ziel zal rijk gemaakt worden, en wie water geeft, zal ook zelf bewaterd worden.

Proversen 13:4

De ziel van een lui mens begeert, en heeft niets; maar de ziel van een ijverige zal rijk gemaakt worden.

Proverbs 19:17

Hij, die medelijden heeft met den arme, leent den Heere, en Hij zal teruggeven wat hij gegeven heeft.

Proverbs 28:13

Hij, die zijn zonden bedekt, zal niet voorspoedig zijn, maar wie ze belijdt en laat, zal barmhartigheid ontvangen.

Spreuken 28:25

Hij die hoogmoedig is, stookt twist, maar wie op de Here vertrouwt, zal voorspoedig zijn.

Spreuken 28:27

Hij die aan de armen geeft, zal geen gebrek hebben, maar wie zijn ogen verbergt, zal vele vervloekingen ontvangen.

Ecclesiastus 5:19

Elk mens, aan wie God rijkdom en weelde gegeven heeft, en hem macht gegeven heeft daarvan te eten, om zijn erfenis te ontvangen en zich te verblijden in zijn arbeid – dat is de gave Gods.

Isaja 1:19

Als u gewillig en gehoorzaam bent, zult u het goede van het land eten.

Isaja 58:10-11

Als u uw ziel uitstrekt naar de hongerige en de bedroefde ziel tevreden stelt, dan zal uw licht opgaan in de duisternis, en uw duisternis zal zijn als de morgenstond. De Here zal u steeds leiden, en uw ziel in droogte verzadigen, en uw beenderen sterken; gij zult zijn als een bewaterde tuin, en als een bron van water, welks wateren niet vergaan.

Jeremia 17:7-8

Gelukzalig is de man, die op de Here vertrouwt, en wiens hoop de Here is. Want hij zal zijn als een boom, geplant aan het water, die zijn wortelen uitspreidt aan de rivier, en die niet vreest, wanneer de hitte komt, maar zijn blad zal groen zijn, en in het jaar van droogte zal hij niet beducht zijn, en hij zal niet ophouden vrucht te dragen.

Jeremia 29:11

Want Ik weet welke gedachten Ik over u heb, zegt de Here, gedachten van vrede en niet van kwaad, om u toekomst en hoop te geven.

Malachi 3:10-12

“Brengt alle tienden in het voorraadhuis, opdat er spijze zij in Mijn huis, en beproeft Mij nu hierin,” zegt de Here der heerscharen, “of Ik niet voor u de vensters des hemels zal openen en zulk een zegen over u uitgieten, dat er geen plaats genoeg zal zijn om die te ontvangen. En Ik zal de verderver voor jullie bestraffen, zodat hij de vrucht van jullie land niet verderft, en de wijnstok zal niet nalaten om voor jullie vrucht te dragen op het veld,” zegt de Here der heerscharen, “en alle volken zullen jullie gezegend noemen, want jullie zullen een heerlijk land zijn,” zegt de Here der heerscharen.

Acts 14:17

Niettemin heeft Hij Zich niet zonder getuigenis gelaten, doordat Hij goed gedaan heeft, ons regen uit de hemel en vruchtbare seizoenen gegeven heeft, ons hart vervullend met spijs en blijdschap.”

Romeinen 8:32

Hij, die Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft, maar Hem voor ons allen overgegeven heeft, hoe zal Hij met Hem ons ook niet alle dingen schenken?

1 Korinthe 13:3

En al geef ik al mijn goederen om de armen te spijzigen, en al geef ik mijn lichaam om verbrand te worden, maar heb de liefde niet, het baat mij niets.

2 Korinthe 9:6-7

Maar dit zeg ik: Wie zuinig zaait, zal ook zuinig oogsten, en wie overvloedig zaait, zal ook overvloedig oogsten. Laat ieder dus geven naar zijn hart, niet ondankbaar of uit noodzaak, want God heeft een blijmoedige gever lief.

Galaten 6:6-10

Laat hij die het woord leert, in alle goede dingen delen met hem die het leert. Laat u niet misleiden, met God wordt niet gespot, want wat een mens zaait, dat zal hij ook oogsten. Want wie naar zijn vlees zaait, zal naar zijn vlees verderf oogsten, maar wie naar de Geest zaait, zal naar de Geest eeuwig leven oogsten. En laten wij niet moede worden, terwijl wij goed doen, want te zijner tijd zullen wij oogsten, als wij de moed niet verliezen. Laten wij daarom, zo wij gelegenheid hebben, goed doen aan allen, vooral aan de huisgenoten des geloofs.

Philippensen 4:19

En mijn God zal in al uw behoeften voorzien, naar zijn rijkdom in heerlijkheid, door Christus Jezus.

Titus 3:8

Dit is een getrouwe uitspraak, en deze dingen wil ik dat u voortdurend bevestigt, dat zij die in God geloofd hebben, er zorg voor moeten dragen goede werken te onderhouden. Deze dingen zijn goed en nuttig voor de mensen.

Hebreeën 7:19-22

Want de wet heeft niets volmaakt gemaakt; daarentegen is er het binnenbrengen van een betere hoop, door welke wij tot God naderen. En daar Hij niet zonder eed priester gemaakt is (want zij zijn zonder eed priester geworden), maar Hij met een eed door Hem, die tot Hem gezegd heeft: “De Here heeft gezworen en zal niet wijken: Gij zijt priester tot in eeuwigheid naar de ordening van Melchizedek”), is Jezus door zoveel meer een borg geworden van een beter verbond.

Hebreeën 11:6

Maar zonder geloof is het onmogelijk Hem te behagen, want wie tot God komt, moet geloven dat Hij is, en dat Hij een beloner is van hen die Hem naarstig zoeken.

James 1:17

Elke goede gave en elke volmaakte gave is van boven, en komt van de Vader der lichten, bij wie geen verandering of schaduw van omkering is.

3 Johannes 2

Beliefden, ik bid dat u in alle dingen voorspoed en gezondheid moge hebben, zoals uw ziel voorspoedig is.

Stel wat tijd vrij om over deze verzen te mediteren, al is het maar een paar minuten per dag. Zorg dat je diep in je geest het idee krijgt dat God wil dat het je goed gaat en dat je slaagt in elk deel van je leven. Begin Hem dan te loven en te danken dat Hij zo’n goede God is! Voorspoed komt uw kant op, in de naam van Jezus!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *