Nassau, oorspronkelijk Charles Towne geheten, hoofdstad van de Bahama’s, West-Indië, een havenstad aan de noordoostkust van New Providence Island, en een van ’s werelds belangrijkste vakantieoorden. Het klimaat is gematigd en de zandstranden en het landschap zijn prachtig. Hoewel de stad zelf betrekkelijk klein is, strekken voorsteden en woonwijken zich uit tot ver langs de kust en in het binnenland.
Het werd halverwege de 17e eeuw gesticht als Charles Towne en kreeg zijn huidige naam in de jaren 1690, naar een familienaam van koning Willem III van Engeland, maar het werd pas in 1729 aangelegd. Opmerkelijke gebouwen zijn onder andere drie oude forten; Government House (1803-06), een roze-wit herenhuis met uitzicht op de stad; de Anglicaanse Christ Church kathedraal (1837); de achthoekige Nassau Openbare Bibliotheek (1797); en de overheidsgebouwen rond Parliament Square in het centrum van de stad.
Offshore, aan het oostelijke einde van de haven, zijn mariene tuinen; glasbodem boten zijn beschikbaar voor onderwater sightseeing. Nassau’s spectaculaire natuurlijke vegetatie omvat scharlakenrode poinciana bomen, poinsettia’s, en paarse bougainvillea. De Ardastra Gardens and Zoo, ten westen van de stad, bevatten flamingo’s en vele zeldzame tropische planten. Paradise Island, een luxe toeristenoord met hoogbouw hotels en casino’s, werd ontwikkeld in de jaren 1960 en is verbonden met Nassau door twee bruggen, waarvan één een tolbrug is. Het biedt onderdak aan Nassau’s uitstekende natuurlijke haven, die plaats biedt aan cruiseschepen van allerlei afmetingen.
Nassau is een toeristisch en internationaal-bankcentrum. De binnenlandse export omvat langoesten, andere zeevruchten, fruit en groenten, rum en ruw zout. Het College van de Bahama’s werd in 1974 opgericht. Nassau is bereikbaar via internationale zee- en luchtroutes en heeft lokale verbindingen met andere eilanden. Aantal inwoners. (2000) 210.832; (2010) 246.329.