Abstract
De methodes van histologische stadiëring van primair stadium I melanoom en de relatie met lymfekliermetastasen en overleving na chirurgie werden geëvalueerd bij 151 patiënten met uitsluitend melanoom in de extremiteiten. Microstadiëring naar invasiediepte gaf een betere prognostische correlatie te zien dan naar histologische typering (naar oppervlakkig spreidend, of nodulair melanoom). Er bestond een correlatie tussen de invasiediepte (niveaus van Clark) en de incidentie van nodale metastasen bij electieve node dissectie. Deze incidentie was 5% op niveau II, 4% op niveau III, 25% op niveau IV en 75% op niveau V. De gemeten invasiediepte voegde prognostisch inzicht toe aan elk Clark’s niveau; de minimale invasie waarbij nodale metastasen optraden was 0,6 mm voor niveau II, 0,9 mm voor niveau III, 1,5 mm voor niveau IV en meer dan 4 mm voor niveau V.5 mm voor niveau IV en meer dan 4 mm voor niveau V. De 5-jaars ziektevrije overleving na operatie was 100% voor Clark niveau II, 88% voor niveau III, 66% voor niveau VI en 15% voor niveau V. Er was een direct verband tussen de gemeten diepte van invasie en overleving en sterfte door ziekte op 5 jaar. Het sterftecijfer na 5 jaar kon direct worden gelijkgesteld met 10 maal de micro-invasie in mm. Microstadiëring door directe meting gaf een betere prognostische correlatie dan werd gevonden met behulp van de niveaus van Clark voor dieper invasief melanoom. Op dit ogenblik zijn er aanwijzingen dat patiënten met bepaalde melanomen met een hoger risico aanzienlijk beter af zijn met brede excisie en electieve knooppuntdissectie dan met alleen brede excisie. Tot deze hoogrisicoletsels behoren laesies van Clark-niveau III tot V, laesies van 0,9 mm of groter en alle nodulaire melanomen.