In het Engels zijn er talloze woorden die precies hetzelfde klinken als je ze hardop leest, maar die een totaal andere betekenis blijken te hebben. De grammaticale term voor dit soort woorden is homofoon. Dit betekent dat ze hetzelfde klinken, maar anders worden gespeld en een andere betekenis hebben. Break vs. brake is een voorbeeld van een set homofonen.
Wat is het verschil tussen Break en Brake?
Doordat deze woorden zo dicht bij elkaar liggen in hun spelling – en identiek zijn in hun uitspraak – is het des te belangrijker om ze in de gaten te houden en ze niet door elkaar te halen. In dit artikel wil ik ingaan op de definities van deze twee woorden, wat ze van elkaar onderscheidt en een paar tips geven om het verschil te onthouden.
Wanneer gebruik je pauze
Break kan worden gebruikt als werkwoord en als zelfstandig naamwoord, en als werkwoord kan pauze zowel overgankelijk als onovergankelijk zijn. Dit betekent dat break soms wel en soms niet een object kan aannemen. Bijvoorbeeld
- vertrouw hem niet; hij zal je hart breken.
- Mijn arm brak door de val.
In de eerste zin wordt breken gebruikt als overgankelijk werkwoord en krijgt het lijdend voorwerp hart. In de tweede zin wordt breken gebruikt als een onovergankelijk werkwoord en heeft het geen lijdend voorwerp nodig.
Het werkwoord breken heeft in beide vormen veel verschillende betekenissen, maar de meeste concentreren zich rond één centrale betekenis: een onderbreking van de continuïteit, zoals het plotseling of met geweld in stukken doen uiteenvallen; afbreken of losmaken; barsten door in stukken uiteen te vallen. Bijvoorbeeld:
- Ze brak het glas. (transitief)
- Het speelgoed brak door de goedkope constructie. (intransitief)
Break kan ook als zelfstandig naamwoord worden gebruikt, waarmee een handeling of actie van het breken wordt bedoeld. Bijvoorbeeld:
- We hebben de hele dag gewerkt. Wanneer kunnen we een pauze verwachten?
- Er was een breuk in de dam.
- Elke basketbalwedstrijd heeft een pauze in de rust.
Wanneer gebruik je rem
Rem kan ook als werkwoord en als zelfstandig naamwoord worden gebruikt. Het meest voorkomende gebruik van rem is wanneer het gaat om uw auto. Het apparaat dat wordt gebruikt om uw auto te stoppen vanuit een bewegende positie is een rem en wanneer u het gebruikt om uw auto te stoppen, wordt het remmen genoemd. Bijvoorbeeld,
- Vergeet niet de parkeerrem aan te trekken. (zelfstandig naamwoord)
- Een andere bestuurder sneed me af en ik moest plotseling remmen. (werkwoord)
Rem heeft ook een paar speciale betekenissen die zeer zeldzaam zijn in het moderne gebruik.
In de Middeleeuwen was een rem een getand instrument dat werd gebruikt voor het scheiden van de vezels van vlas of hennep, en moderne fabrieken hebben een machine die rem wordt genoemd en die wordt gebruikt voor het buigen, vouwen en flenzen van plaatwerk.
Dit zijn echter allebei technische toepassingen, die je zelden zult gebruiken.
Herinner het verschil
Een goede truc om het verschil tussen deze woorden te onthouden is om pauze te zien als ontbijt. Je neemt een pauze om te ontbijten.
Als je dit kunt onthouden, ben je in staat het gescheiden te houden van rem.
Samenvatting
Deze twee woorden hebben verschillende betekenissen, dus het is belangrijk om remmen vs. breken uit elkaar te houden.
Breken kan een werkwoord en een zelfstandig naamwoord zijn. Als werkwoord betekent het versplinteren, barsten, onbruikbaar maken. Als zelfstandig naamwoord betekent het een actie of handeling van breken.
Remmen kan ook als werkwoord en als zelfstandig naamwoord worden gebruikt. Als werkwoord betekent het de remmen van een voertuig gebruiken. Als zelfstandig naamwoord verwijst het naar het mechanische apparaat dat wordt gebruikt om auto’s tijdens het rijden tot stilstand te brengen.