Articles

Waarom hets zo belangrijk is om te begrijpen hoe olifanten slapen

Posted on

Dit evenwicht en de kwaliteit van het dieet verklaart de trend dat grotere zoogdieren minder slapen, of dat herbivoren minder slapen dan carnivoren en omnivoren (zoals mensen). De gegevens van de olifant ondersteunen dit opkomende idee in het slaaponderzoek, en helpen verklaren waarom de olifant zo weinig slaapt.

In gevangenschap brengen olifanten een groot deel van hun tijd liggend slapend door, maar ze slapen soms ook staand. Met gecombineerde gegevens van de gyroscoop en de activiteitsmeter vonden we dat wilde olifanten meestal staand sliepen. Gaan liggen om te slapen gebeurde slechts om de derde of vierde dag en gedurende ongeveer een uur.

Zoogdieren verliezen de tonus van hun skeletspieren tijdens de REM-slaap. Om een olifant in een REM-slaap te brengen, moet hij dus gaan liggen, want zonder enige spierspanning is het erg moeilijk om te blijven staan, tenzij hij tegen een boom of een grote rots rust.

Eén idee van de functie van de REM-slaap is geheugenconsolidatie – ervaringen die overdag worden opgedaan, worden tijdens de REM-slaap omgezet in langetermijnherinneringen. Olifanten hebben een goed langetermijngeheugen, maar gaan slechts om de drie of vier dagen in de REM-slaap. Dit suggereert dat de geheugenconsolidatietheorie misschien niet het antwoord is op de functie van de REM-slaap.

Environmental cues

Sommige nachten hadden de olifanten geen slaap. Bij de ene olifant gebeurde dat drie nachten, bij de andere twee. Niet lang na zonsondergang op deze dagen werden de olifanten gestoord, misschien door jagende leeuwen, stropers of zelfs een olifantenstier in musth. Voor de rest van de nacht liepen de olifanten een afstand van ongeveer 30 km. Dit gedrag was nog nooit eerder bij olifanten vastgesteld. Het geeft aan dat olifanten echt veel ruimte nodig hebben, wat belangrijk is voor het behoud van de olifant – het lijkt erop dat kleine reservaten hun niet genoeg ruimte geven.

Tot slot was het tijdstip waarop de olifanten gingen slapen (sleep onset) en wakker werden (sleep offset) niet gerelateerd aan zonsondergang en zonsopgang. In plaats daarvan waren beide sterk gerelateerd aan het “echte gevoel” van de omgeving; een mix van temperatuur, luchtvochtigheid, windsnelheid en zonnestraling. Het lijkt erop dat omgevingsfactoren belangrijk zijn om op het juiste moment te gaan slapen en wakker te worden. Als we dit nader onderzoeken, kunnen we de menselijke slaapomgeving misschien zo aanpassen dat we zelf een betere nachtrust krijgen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *