Prezen zij de HEER, de God van Israël, van eeuwigheid tot eeuwigheid. Toen zei het gehele volk “Amen” en “Looft de HEERE”. -1 Kronieken 16:36
Oorsprong van Amen
Amen is een bevestiging van de waarheid die voor het eerst voorkomt in het Oude Testament en later in het Nieuwe Testament. De eerste vermelding van het woord “amen” in de Bijbel is te vinden in Numeri 5:22.
De term amen, dat “het zij zo” betekent, zoals gevonden in de vroege geschriften van de Bijbel is een woord van Hebreeuwse oorsprong. Het is afkomstig uit de Hebreeuwse Schrift, als een antwoord van bevestiging, en wordt gevonden in Deuteronomium als een bevestigend antwoord van het volk. Verder wordt in de boeken van Kronieken aangegeven dat rond 1000 v. Chr. het woord wordt gebruikt in zijn religieuze betekenis, waarbij het volk antwoordt met “amen” op het ontvangen van de zegen: “
Betekenis en definitie van amen
Gemeenschappelijke Engelse vertalingen van de term amen zijn onder meer “surely”, “truly”, en “so be it”.
Volgens Baker’s Evangelical Dictionary is de term “amen” in het huidige gebruik niet veel meer geworden dan een geritualiseerde afsluiting van gebeden. Toch komen de Hebreeuwse en Griekse woorden voor amen honderden keren voor in de Bijbel en hebben verschillende toepassingen. Amen is een transliteratie van het Hebreeuwse woord amen. De werkwoordsvorm komt meer dan honderd keer voor in het Oude Testament en betekent zorgen voor, trouw, betrouwbaar of gevestigd zijn, of iemand of iets geloven. Het idee van iets dat trouw, betrouwbaar of geloofwaardig is, lijkt ten grondslag te liggen aan het gebruik van amen als uitroep bij vijfentwintig plechtige gelegenheden in het Oude Testament. Israël zei “amen” om zich aan te sluiten bij de lofprijzing van God (1 Kronieken 16:36; Nehemia 8:6; en aan het eind van elk van de eerste vier boeken van de Psalmen).
‘In Jezus’ naam, Amen’
Hieronder staat een transcriptie van de video hierboven, waarin Don Whitney uitlegt waarom we onze gebeden eindigen met “In Jezus’ naam, Amen.
Wel, in Johannes 14:16 wordt ons verteld dat Jezus zegt: “Wat gij ook vraagt in mijn naam, dat zal ik doen, opdat de vader verheerlijkt wordt in de zoon. Dus daaruit realiseerden we ons dat er een expliciete passage is over het bidden in Jezus’ naam. Maar wat belangrijker is, de waarheid die daarop wijst is de grotere waarheid die gevonden wordt in het nieuwe testament dat wij toegang hebben tot God de vader door Jezus. Toen Jezus gekruisigd werd, werd het voorhangsel van de tempel van boven naar beneden in tweeën gespleten. En Hebreeën vertelt ons dat wij dan toegang hebben tot God door het voorhangsel dat zijn vlees is. Dus dat voorhangsel, dat enkele centimeters dik materiaal dat het heilige der heiligen, waar de aanwezigheid van God zich daar manifesteerde, scheidde van de boog van het verbond, waar alleen de hogepriester eenmaal per jaar in kon na een week voorbereiding, dat nu door de dood van Jezus, iedereen toegang heeft tot God, maar zij moeten door het voorhangsel van het vlees van Jezus komen, door de dood van Jezus Christus.
Dus onze toegang tot God is in het komen door Christus en zijn gerechtigheid. Hebreeën zegt dat we komen in zijn bloed. Dus het is door de dood van Jezus dat wij toegang hebben tot God en bidden in Jezus’ naam is een theologische steno om dat uit te drukken, dat wij geen eigen gerechtigheid hebben, dat God ons zal ontvangen als het ware bedekt met het bloed van Christus. God zal ons ontvangen omdat wij verenigd zijn met Christus. En dus is ons gebed bidden in Jezus’ naam een erkenning van het feit dat we komen in de gerechtigheid van Christus, niet onze eigen gerechtigheid. Wij verdienen het niet om door God gehoord te worden, maar Jezus wel. En we komen in zijn naam, we komen Hem voorstellen en alles wat Hij is. Het betekent ook, denk ik, dat we komen en vragen wat wij geloven dat Jezus zou vragen als hij in onze situatie was. Dus dat is waar. Dat is een mindere waarheid naast de grotere waarheid dat we komen in en door de gerechtigheid van Christus. God hoort ons vanwege Jezus. Dus we zouden komen. Vader, hebt u dit gebed gehoord? Het is niet omdat ik het verdien, maar ik kom in Jezus’ naam.
Bidden in de Bijbel
-Die onze God en Vader zij de heerlijkheid tot in eeuwigheid. Amen. Filippenzen 4:20 ESV
Voor Hem, uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid tot in eeuwigheid. Amen. Romeinen 11:36 ESV
-Jezus antwoordde hem: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: tenzij iemand opnieuw geboren wordt, kan hij het koninkrijk van God niet zien.” Johannes 3:3 ESV
-Voorwaar, “een ieder die de naam des Heren aanroept, zal behouden worden.” Romeinen 10:13 ESV
-En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van het kwade: Want van U is het koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Amen. Mattheüs 6:13 KJV
-Leer hun onderhouden al wat Ik u bevolen heb; en zie, Ik ben met u al de dagen der eeuwen, tot aan de voleinding der wereld. Amen. Mattheüs 28:20 KJV