Woodwind, een van de groepen blaasinstrumenten, bestaande uit fluiten en rietpijpen (klarinet, hobo, fagot, en saxofoon). Beide groepen werden traditioneel van hout gemaakt, maar tegenwoordig kunnen ze ook van metaal zijn gemaakt.
Houtblazers onderscheiden zich van andere blaasinstrumenten door de manier waarop het geluid wordt voortgebracht. In tegenstelling tot de trompetten of andere instrumenten van de koperfamilie, waarbij de luchtstroom door de trillende lippen van de speler rechtstreeks in de luchtkolom gaat, klinken fluiten door een smalle luchtstroom tegen de rand van een gat in een cilindrische buis te richten. Bij de rietpijpen (bijv. klarinetten en saxofoons) wordt een dunne strook flexibel materiaal, zoals riet of metaal, tegen de opening van het mondstuk geplaatst, waardoor de luchtstroom gedwongen wordt door het riet te gaan voordat het de luchtkolom bereikt die in trilling moet worden gebracht. Bij instrumenten met dubbel riet (hobo’s en fagotten) worden rieten van twee diktes gebruikt. De houtblazerssectie van een band of orkest bestaat gewoonlijk uit drie fluiten, een piccolo, drie hobo’s, een Engelse hoorn, drie klarinetten, een basklarinet, drie fagotten en een contrafagot.