Les 16: Kop- en voetteksten
/nl/word2016/columns/content/
Inleiding
De kop is een deel van het document dat in de bovenmarge verschijnt, terwijl de voettekst een deel van het document is dat in de ondermarge verschijnt. Kopteksten en voetteksten bevatten gewoonlijk extra informatie zoals paginanummers, datums, de naam van de auteur en voetnoten, die kunnen helpen om langere documenten overzichtelijk te houden en ze gemakkelijker leesbaar te maken. Tekst die in de kop- of voettekst wordt ingevoerd, verschijnt op elke pagina van het document.
Optioneel: Download ons oefendocument.
Bekijk de onderstaande video voor meer informatie over kop- en voetteksten in Word.
Een kop- of voettekst maken:
In ons voorbeeld willen we de naam van de auteur bovenaan elke pagina weergeven, dus plaatsen we die in de kop.
- Dubbelklik ergens op de boven- of ondermarge van uw document. In ons voorbeeld dubbelklikken we op de bovenmarge.
- De koptekst of voettekst wordt geopend, en er verschijnt een tabblad Ontwerp aan de rechterkant van het lint. Het invoegpunt verschijnt in de kop- of voettekst.
- Type de gewenste informatie in de kop- of voettekst. In ons voorbeeld typen we de naam van de auteur en de datum.
- Wanneer u klaar bent, klikt u op Koptekst en voettekst sluiten. U kunt ook op de Esc-toets drukken.
- De tekst in de koptekst of voettekst wordt weergegeven.
Een vooraf ingestelde kop- of voettekst invoegen:
Word beschikt over een groot aantal vooraf ingestelde kop- en voetteksten die u kunt gebruiken om het ontwerp en de lay-out van uw document te verbeteren. In ons voorbeeld voegen we een vooraf ingestelde koptekst aan ons document toe.
- Selecteer het tabblad Invoegen en klik vervolgens op de opdracht Koptekst of Voettekst. In ons voorbeeld klikken we op de opdracht Koptekst.
- In het menu dat verschijnt, selecteert u de gewenste vooraf ingestelde kop- of voettekst.
- De kop- of voettekst verschijnt. Veel vooraf ingestelde kop- en voetteksten bevatten tekstplaatshouders die Content Control-velden worden genoemd. Deze velden zijn geschikt voor het toevoegen van informatie zoals de titel van het document, de naam van de auteur, de datum en het paginanummer.
- Om een Inhoudscontroleveld te bewerken, klikt u erop en typt u de gewenste informatie.
- Wanneer u klaar bent, klikt u op Koptekst en voettekst sluiten. U kunt ook op de Esc-toets drukken.
Als u een Content Control-veld wilt verwijderen, klikt u er met de rechtermuisknop op en selecteert u Content Control verwijderen in het menu dat verschijnt.
Kopteksten en voetteksten bewerken
Nadat u de koptekst of voettekst sluit, is deze nog steeds zichtbaar, maar wel vergrendeld. Dubbelklik op een kop- of voettekst om hem te ontgrendelen, zodat u hem kunt bewerken.
Optmaaktabbladopties
Wanneer de kop- en voettekst van uw document zijn ontgrendeld, verschijnt het tabblad Ontwerp aan de rechterkant van het lint, waarmee u verschillende bewerkingsopties krijgt:
- Verberg de kop- en voettekst van de eerste pagina: Voor sommige documenten wilt u misschien niet dat de kop- en voettekst op de eerste pagina worden weergegeven, bijvoorbeeld als u een voorblad hebt en de paginanummering op de tweede pagina wilt laten beginnen. Als u de kop- en voettekst van de eerste pagina wilt verbergen, schakelt u het vakje naast Verschillende eerste pagina in.
- De kop- of voettekst verwijderen: Als u alle informatie in de koptekst wilt verwijderen, klikt u op de opdracht Koptekst en selecteert u Koptekst verwijderen in het menu dat verschijnt. Op dezelfde manier kunt u een voettekst verwijderen met de opdracht Voettekst.
- Paginanummer: U kunt elke pagina automatisch nummeren met de opdracht Paginanummer. Lees onze les Paginanummers voor meer informatie.
- Extra opties: Met de opdrachten die beschikbaar zijn in de groep Invoegen kunt u de datum en tijd, documentinformatie, afbeeldingen en meer aan uw kop- of voettekst toevoegen.
Om de datum of tijd in een kop- of voettekst in te voegen:
Soms is het handig om de datum of tijd in de kop- of voettekst op te nemen. U wilt bijvoorbeeld dat in uw document de datum wordt vermeld waarop het is gemaakt.
Ook kunt u de datum weergeven waarop het is afgedrukt, wat u kunt doen door het zo in te stellen dat het automatisch wordt bijgewerkt. Dit is handig als u een document vaak bijwerkt en afdrukt, omdat u dan altijd kunt zien welke versie de meest recente is.
- Dubbelklik ergens op de kop- of voettekst om deze te ontgrendelen. Plaats het invoegpunt waar u de datum of tijd wilt hebben. In ons voorbeeld plaatsen we het invoegpunt op de regel onder de naam van de auteur.
- Het tabblad Ontwerp wordt weergegeven. Klik op de opdracht Datum & Tijd.
- Het dialoogvenster Datum en tijd verschijnt. Selecteer de gewenste datum- of tijdnotatie.
- Vink het vakje naast Automatisch bijwerken aan als u wilt dat de datum telkens verandert wanneer u het document opent. Als u niet wilt dat de datum verandert, laat u deze optie uitgevinkt.
- Klik op OK.
- De datum wordt in de koptekst weergegeven.
Uitdaging!
- Open ons praktijkdocument. Als je ons oefendocument al hebt gedownload om de les mee te volgen, download dan een nieuw exemplaar door op de link in deze stap te klikken.
- Open de koptekst.
- Kies rechts uitlijnen op het tabblad Begin en typ je naam.
- Na je naam gebruik je de opdracht Datum & Tijd op het tabblad Ontwerp en voeg je de datum in. U kunt de opmaak gebruiken die u wilt.
- In het voettekstgedeelte voegt u het vooraf ingestelde voettekstraster in. Als uw versie van Word geen vooringesteld Raster heeft, kunt u elke beschikbare vooringesteld kiezen.
- Sluit de kop- en voettekst.
- Wanneer u klaar bent, moet uw pagina er ongeveer zo uitzien:
/nl/word2016/page-numbers/content/