Articles

Ovule Function and the Evolution of Angiosperm Reproductive Innovations

Posted on

Een breed perspectief op de voortplantingsbiologie van zaadplanten, met informatie van zowel levende als fossiele gymnospermegroepen, is van cruciaal belang om de evolutie van voortplantingsinnovaties bij angiospermen te begrijpen. Binnen deze context zijn angiospermen uniek in de mate waarin zij reproductieve functies hebben verschoven van hun ovulen naar aanverwante weefsels en organen. Dit geldt in het bijzonder voor het carpel, dat rollen op zich heeft genomen bij de bestuiving, zaadbescherming en zaadverspreiding, die voorheen voorbehouden waren aan de eicel zelf. Misschien is dit een gevolg van het feit dat de ontwikkeling van ovulen in angiospermen efficiënter is dan in bijna alle andere groepen van levende en uitgestorven zaadplanten, waar reproductieve functies vaak zowel de ontwikkelingspatronen als de toewijzing van middelen beperken. Veel levende gymnospermsoorten zijn bijvoorbeeld even efficiënt als angiospermen in het minimaliseren van de ontwikkeling van ovulen voorafgaand aan de bestuiving, maar zij hebben een megagametofyt nodig voor de embryovoeding, waardoor hun efficiëntie in het minimaliseren van de investering voorafgaand aan de bevruchting beperkt wordt. Door de eicellen los te koppelen van de bestuiving, veranderde de carpel ook fundamenteel de manier waarop bestuiving plaatsvindt in angiospermen ten opzichte van andere zaadplanten. Deze verandering gaf angiospermen met name meer controle over de ruimtelijke positionering van hun voortplantingsorganen en kan daardoor de soorten voortplantingsstructuren hebben uitgebreid die angiospermen konden ontwikkelen en de specificiteit waarmee deze structuren konden interageren met bestuivers.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *