Sponzig bot en compact bot vormen samen de lange beenderen van het menselijk skelet. Lange beenderen zijn langer dan ze breed zijn, zoals het scheenbeen en het dijbeen. Naast de lange beenderen zijn er nog vier andere soorten beenderen in het menselijk skelet: korte beenderen (de tarsale beenderen van de polsen en voeten), platte beenderen (schedel, ribbenkast, borstbeen, schouderblad), sesambeentjes (knieschijf) en onregelmatige beenderen (wervels).
Sponzig bot
Sponzig bot wordt ook wel spongieus of trabeculair bot genoemd. Het wordt gevonden in de lange beenderen en is omgeven door compact bot. De term sponsachtig komt van het feit dat het een sterk gevasculariseerd en poreus weefsel is. Trabeculae zijn ruimten die in het weefsel ontstaan door dunne zones van osteoblastcellen. Hierdoor heeft trabeculair bot ongeveer 10 maal de oppervlakte van compact bot. Het maakt ook ongeveer 20% uit van het menselijk skelet. Spongieus bot is de thuisbasis van het beenmerg en de hematopoietische stamcellen die zich differentiëren in rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes.
Compact bot
Compact bot, ook wel corticaal bot genoemd, omringt sponsachtig bot en vormt de andere 80% van het bot in een menselijk skelet. Het is glad, hard en zwaar in vergelijking met sponsachtig bot en het ziet er ook wit uit, in tegenstelling tot sponsachtig bot dat een roze kleur heeft. Compact bot is opgebouwd uit eenheden die lamellen worden genoemd. Dit zijn vellen collageen die in een parallel patroon zijn uitgelijnd en het bot stevigheid geven. De bloedvaten voorzien het compacte bot van zuurstof en voedingsstoffen via structuren die Haversiaanse kanalen of osteonen worden genoemd.
De bovenstaande afbeelding toont de relatie tussen sponsachtig bot en hard (compact) bot.